Categorie: Uncategorized
November 2023. Na ruim 75 jaar spraken we elkaar weer!
Lang geleden….
Het is 16 april 1949 als ik voor het eerst bij De Geuzen kom om eens te kijken bij de welpen. De horde kwam bijeen in een kelderruimte van het gebombardeerde Diaconessen Ziekenhuis boven aan de Lawick van Pabststraat.
Ik mocht die middag meedoen en Raksha Schortinghuis deelde mij in bij het bruine nest. De gids daarvan was Frits Berends. Hij zal toen 10 jaar oud zijn geweest. Wij woonden bij elkaar in de buurt op de Hoogkamp
Het bruin nestdriehoekje kreeg ik bij mijn installatie op 14 mei opgespeld. Frits heeft me bij hem thuis geholpen om de vaardigheden voor de eerste ster (=één oog open) onder de knie te krijgen. Nadat hij naar de verkenners ging zagen we elkaar niet meer en verliet hij De Geuzen
Omstreeks 1960 heb ik het nestdriehoekje zelf op mijn kampvuurmantel genaaid.
Waar zou Frits gebleven zijn? Een jaar of 10 geleden zocht ik eens op internet en vond ik zijn naam over en artikel van het Lorenzmonument in Sonsbeek en mailde hem deze foto. “Mag ik die gebruiken bij mijn lezingen” antwoorde hij.
Eind oktober 2023 mailde hij: “Gisteren kwam ik na jaren de interessante correspondentie met jou tegen. Werkt dit email adres nog?”
Medio november belde hij. Na ruim 70 jaar spraken we bijna een uur met elkaar!
Ippecaquama 3 juni 1950
IPPECAQUANA (bericht uit Weest Paraat 1950 nr 5)
Voor de eerste maal zullen op 3 Juni 1950 alle welpen van Nederland (zowel NPV als VKJB) meedoen aan eenzelfde jacht.
Door de Nationale Welpenjacht ter ere van ons 40-jarig bestaan te spelen in het eigen district, wordt de mogelijkheid geschapen, dat werkelijk alle Nederlandse welpen mee kunnen doen
en het is verheugend, dat de jacht samen gejaagd zal worden door welpen van de V.K.J.B. en N.P.V.
In alle districten heerst grote activiteit en is er een prettig samenwerken tussen Oude Wolven en hun A.D.C.-Welpen om alle materiaal voor de 3 juni Jacht klaar te maken. Poeliers en kippenboeren zullen nog nooit zoveel verzoeken hebben ontvangen om veren als in deze Meimaand, waarin elke Nederlandse horde materiaal aan het maken is om zo goed mogelijk bij de Indianenschouw op 3 Juni voor de dag te komen. U zult ontdekken, hoe leuk het is om tooien, tomtoms, pijlenkokers, schilden, pijlen en Indianenpakken te maken van vrijwel waardeloos materiaal.
Ook moeten natuurlijk de liedjes van tevoren worden doorgenomen. Bij het ter perse gaan van dit nummer van Weest Paraat zijn nog niet van alle horden totemleren ontvangen. Geen totemleer ingestuurd, betekent geen totemleer ontvangen op 3 Juni!
Foto’s van de jacht „Ippecaquana”. 15 Nederlandse welpenleid(st)ers zullen namens de Nationale Padvindersraad Nederland vertegenwoordigen op de Internationale. Welpenleid(st)ersconferentie, die van 31 Juli tot 5 Augustus te Edinburgh gehouden wordt. De Nederlandse delegatie zal graag tentoonstellingsmateriaal (originele transportabele handenarbeid, welpenlogboeken en foto’s) meenemen.
Over de Nationale Jacht „Ippecaquana” zal een logboek worden samengesteld, met foto’s van de verschillende districtsjachten, eventueel krantenverslagen.
Evenals voor de welpen van de B.E.-horden, die in ziekenhuizen en sanatoria of thuis liggen, is er een mogelijkheid voor die welpen van Uw horde, die al enige tijd ziek liggen, om met „Ippecaquana” mee te doen. Deze aanvrage moet vóór 20 Mei geschieden bij Akela Lind, Zeestraat 76, Den Haag. Het is wel de bedoeling, dat een Oude Wolf dit spel op 3 Juni met de zieke welp speelt en het bijbehorend verhaal vertelt.
Het Geuzenpad van 1930 – 1998
Het GSRM “Grote Spel Rens & Merlijn”
Bij het zien van het bordspel was ik benieuwd hoe dat tot stand was gekomen en heb dat aan Merlijn gevraagd.
Het spel
Toen ik bij de stam kwam werden er heel veel bordspellen gespeeld. Rens van Grunsven en ik hebben voor het scoutszomer-kamp in 2006 (zie foto) voor het eerst een groot bordspel gemaakt waarbij de scouts elke dag een paar beurten konden spelen. Tijdens het kamp konden zij punten verdienen die ze avonds bij het spel konden inzetten.
Bij de stam hadden we het idee ook een groot bordspel te maken en op het programma stond toen GSRM “Grote Spel Rens & Merlijn”. De naam is een grapje omdat bij de leiding-training was gezegd dat alle programma’s die “Het Grote” voor de naam hadden staan meteen beter programma waren. Dat spel dat we origineel van plan waren zou nogal tijdrovend zijn in het bedenken en voorbereiden en we zijn er nooit echt aan toe gekomen om het te maken.
Dus toen hebben we het eerste jaar een alternatief spel gemaakt en gespeeld. Het jaar daarna stond er weer GSRM op het programma, nu zouden we het eerste spel echt gaan maken… Maar we hadden andere ideeën en zo is het gegroeid dat we jaarlijks een ander spel verzonnen en speelde als programma bij de stam. Soms was een spel populair en hebben we het ook als programma voor een andere speltak uitgevoerd zoals nu bij de explorers.
Deze versie hebben we gespeeld in 2016 ochtends voor de scouts, en avonds voor de stam, 2020 bij de stam en daarna bij de explorers en nu in 2021 bij de explorers.
1934 Op zoek naar “De Rotsblokken”
De Rotsblokken
Waar komt de naam, die op het groepshuis staat, vandaan ?
In het Jaarverslag van de Gem. Commissie voor Lich. Opvoeding te Arnhem “Een overzicht der werkzaamheden in 1933”, gepubliceerd in de Arnhemsche Courant (AC) van 3 juni 1934, komt de naam “De Rotsblokken” het eerst voor:
Met de Ned. Spoorwegen is een overeenkomst getroffen voor het gebruik maken van een terrein, bekend onder den naam „De Rotsblokken”, aan den Diependaalschen weg. Met eigen personeel is dit fraai gelegen terrein afgezet en ingericht tot speelterrein. Voor het plaatsen van een kleedgelegenheid en speelwerktuigen zal de Speeltuinvereniging West-Arnhem zorgdragen.
Op 17 maart 1939 staat in de AC een uitvoerig artikel over de spoorwegtaluds:
DE VOORGESCHIEDENIS.
In aansluiting aan hetgeen bereids werd medegedeeld inzake overdracht in eigendom van de taluds langs den spoorweg Amsterdam—Arnhem aan de stichting Het Geldersch Landschap, wordt nog het volgende vernomen. Reeds sedert verscheidene jaren werden door den toenmaligen burgemeester van Renkum, den heer J. van der Molen Tzn., pogingen gedaan om het Zuidertalud, tusschen de brug bij den Schelmschen weg – en den Taludweg, in eigendom of in elk geval in onderhoud en beheer te doen overgaan aan die gemeente, zonder dat deze tot het verlangde resultaat mochten leiden. De Nederlandsche Spoorwegen bleken niet bereid hunne rechte op deze gronden prijs te geven, zooals laatstelijk in het begin van 1933 aan het gemeentebestuur werd medegedeeld. Ook een poging bij den minister van Financiën had geen succes, al werd hierbij gewezen op den wenschelijkheid om voor werkverschaffingsdoeleinden over de bedoelde gronden de beschikking te krijgen.
Na een bespreking op het departement van Waterstaat werden begin 1937 opnieuw onderhandelingen met de Spoorwegen aangeknoopt. Het bleek, dat dit thans te juister tijd geschiedde: immers in verband met de aanhangige reorganisatie van het spoorweg-bedrijf en de voorgenomen overdracht van niet voor het bedrijf noodige gronden aan Domeinen, werd thans bij de Spoorwegen een willig oor gevonden, waarbij tevens met voldoening geconstateerd werd, dat men daar voor het behoud van het natuurschoon niet onverschillig was.
Contact met het Geldersch Landschap
Dit was voor het gemeentebestuur van Renkum aanleiding om, mede in verband met de verwerving van het landgoed Mariëndaal door Het Geldersch Landschap, de vraag op te werpen, of de Spoorwegen eventueel bereid zouden zijn afstand te doen van het geheele stelsel van de taluds, Noord en Zuid van den spoorweg, tusschen Heyenoord en den Van Limburg Stirumweg, resp. tusschen den overweg bij de Diependalsche laan en den Taludweg. De aan de gronden van Mariëndaal aansluitende strooken, benevens “de Rotsblokken” achter Heyenoord en het Noordertalud tuschen Schelmschen- en Van Limburg Sti-rumweg zouden dan, desgewenscht, door Het Geldersch Landschap kunnen worden overgenomen. Deze gedachte werd in welwillende overweging genomen. Door den burgemeester van Renkum werd hierop contact gezocht met Het Geldersch Landschap, dat bijzonder prijs op het bezit dezer terreinen bleek te stellen.
Het behoud verzekerd.
Inmiddels deelde de directie der Nederlandsche Spoorwegen officieel mede, in beginsel bereid te zijn de eigendomsover-dracht der bedoelde grondstrooken te bevorderen. Zij meende echter verband te moeten leggen met een door haar gewenschte opheffing van den overweg bij de Diependalsche laan, waarop reeds bij de besprekingen was gezinspeeld. Hiervoor was noodig de medewerking van de gemeente Arnhem. Het gemeentebestuur van Arnhem verklaarde zich tot die medewerking bereid, echter onder beding, dat alle taluds (als ook het geheele Zuidertalud) zouden overgaan in handen van Het Geldersch Landschap. Het groote belang van het behoud der taluds als publieke wandelgelegenheid erkennende, heeft ook het gemeentebestuur van Renkum zich hiermede vereenigd. En zoo is, als vrucht van de van dien kant aangevangen onderhandelingen, dat behoud thans verzekerd en heeft Het Geldersch Landschap den eigendom verworven van een niet onaanzienlijke oppervlakte grond, die voor recreatie en vreemdelingenverkeer van groot belang is. Was dit niet geschied, dan had gevaar gedreigd voor bederf door afzanding en onoordeelkundige bebouwing. Zoo bestonden b.v. plannen tot voortzetting der afgraving van bovengenoemde „Rotsblokken”, waardoor de stedelijke bebouwing achter Heyen-oord nog meer voor den dag zou zijn gekomen, terwijl deze thans door oordeelkundige beplanting kan worden gemaskeerd, en, gezien van de hooge bouwlanden van Mariën-daal, geen vreemde noot in het landschap behoeft te vormen.
Verbetering en werkverschaffing.
De taluds — vooral de hooge gedeelten — zijn zeer gewilde wandelplaatsen. Hier is in werkverschaffing nog wel een en ander te verbeteren. Bij die verbetering dient intusschen de ruige begroeiing te worden ontzien, die hier in derf loop der jaren, mede door toedoen der vogels, is ontstaan. Ook moet er o. i. naar worden gestreefd, dat de eens zoo prachtige brem, die vooral op het Noordertalud in de laatste jaren erg heeft geleden, weer zooveel mogelijk wordt hersteld. In elk geval dient al wat naar gekunsteldheid en kunstmatigen aanleg zweemt, hier te worden geweerd. Wij kunnen nog mededeelen dat er door het gemeentebestuur van Renkum nog besprekingen worden gevoerd over het afstaan van de à niveau gelegen spoorwegbe-men te Oosterbeek aan de gemeente.
In de Arnhemsche Courant van 3 april 1939 staat deze foto met de tekst:.
De Stichting het Geldersch Landschap heeft na overleg met de Nederlandsche Spoorwegen verschillende terreinen met veel natuurschoon verworven, welke gelegen zijn langs de spoorlijn Arnhem – Oosterbeek. Een der verkregen terreinen, meer bekend als “De Rotsblokken”
Op de foto is, naast veel zand, ook het omheinde transformatorhuisje van de NS te zien
Op 16 september 1939 staat in de krant dat B en W van Arnhem in het kader van de Hinderwet onder meer bekend maken:
De N.V. Ned. Spoorwegen, gericht tot H. M. de Koningin, om vergunning tot uitbreiding van haar electrisch onderstation tot omzetting van draaistroom in gelijkstroom, op het terrein „De Rotsblokken” aan den Diependalschen weg, Kad. Sectie P No. 3016 ged.,gelegen aan den spoorweg Arnhem-Utrecht, door het daarin bijplaatsen van 1 gelijkrichter-transformator van 1800 kWA., 1 gelijkrichter van 1000 kW., 8 motoren van resp. 0,75, 4, 0.4, 0.45, 0.3, 0.36, 4 en 4 kW en 1 roosterspanningsomvormer van 0.36 kW.;
Ondersteunende achtergrondinformatie nr. 3
Onderstaande documenten zijn gekoppeld aan “De supporters van De Geuzen”. Dit overzicht biedt de mogelijkheid om ze rechtsreeks op te vragen
DGA 1973 Opening Voetspoor Presikhaaf
DGA 1975 De verbouwing voor de Zabedo groep
DGA 1979 Uitbreiding “De Rotsblokken”
DGA 1979 Stichtingsakte De Geuzen
DGA 1992 Intentieverklaring Montgomery en Geuzen
DGA 1994 Goed maar het kan beter
DGA 1996 Meerjaren perspectief
DGA 1997 Structuur Stichting De Geuzen
DGA 1997 Balans De Geuzen en Zabedo
DGA 2001 Stichtingsakte De Geuzen Arnhem
Ondersteunende achtergrondinformatie nr. 2
Onderstaande documenten zijn gekoppeld aan “Zonder leid(st)ers géén Geuzen”. Dit overzicht biedt de mogelijkheid om ze rechtsreeks op te vragen
DGA 1956 Sterkaarten Donald Uges
DGA 1956 Spel dat niet zonder leiding kan
DGA 1959 vragen Gilwell-V cursus
DGA 1965 NPV verkenners klasse-eisen
DGA 1963 Pim te Wechel Elfstedentocht
1976 Album Bep Dormits 25 jaar leidster
DGA Hans Kolkman zijn herinneringen
DGA 1978 Thomasvaer en Pieternel
DGA 2020 Erica Franke haar herinneringen
DGA Herinneringen van Shelita van Hunen