Auteur: Tim Krooneman

Afscheid van Tim Krooneman als groepsvoorzitter eind januari 1978

Na bijna 30 jaar lidmaatschap van De Geuzen vertrok ik, Tim Krooneman, naar Zwolle

We verhuisden met ons gezin daar heen omdat mijn werkgever Philips vond dat ik de functie van ISA-manager (Informatie Systemen en Automatisering) kon vervullen in de fabriek waar elektro-lytische condensatoren worden gemaakt.

Dat vertrek bij de Geuzen verliep niet ongemerkt, want alle groepsleden, veel ouders, bestuursleden van het district Arnhem en anderen, waren op een zaterdagmiddag naar een zaal in “Het Dorp” aan de Heijenoordseweg gekomen.

(door op een foto te klikken, kun je de gehele foto in een wat groter formaat bekijken), 

Het ere-lidmaatschap dat mij die middag werd verleend, betekende dat ik lid van De Geuzen én Scouting Nederland bleef. . . .. Voor Scouting Nederland was niet zo moeilijk. Enkele maanden nadat we in Zwolle woonden melde ik me bij de districtsvoorzitter van Overijsselse Vechtstreek in Dalfsen. Daar werd speladviseur voor verkenners, padvindsters/gidsen en zeeverkenners (Admiraliteit de Hanze) in het gebied dat zich uitstrekte van Hardenberg , Ommen, Dalfsen, Zwolle, Hattem, Kampen, Zwartsluis tot Emmeloord. Daar kon ik veel vrije tijd aan besteden.

Dat Jan Prenger, die mij bij De Geuzen opvolgde als groepsleider, eind 1979 de groep ook zou verlaten voor een baan in Zwolle, was toen niet te voorzien. In December kwam hij met zijn gezin op enkele minuten afstand van ons huis in de Aa-landen van Zwolle wonen! In 1980 waren we beiden nog enkele keren aanwezig bij de groepsraden van De Geuzen in Arnhem om mogelijke knelpunten te helpen oplossen. Jan werd in het district speladviseur voor welpen, kabouters, Esta’s en Bevers!

Het ontstaan van de Defensiehaven

De geschiedenis van het ontstaan van de defensiehaven, die we nu gebruiken voor onze waterspeltakken.

UIt de Arnhemsche Courant van 23 december 1953 (woensdag)
‘Geheime’ aanleg IJssellinie
Brieven van Lezers : Stilte en rumoer       
Gedurende enige tijd worden de bewoners van Hulke-steinseweg, Klingelbeekseweg en omgeving des nachts gehinderd door voortdurend geroep en geschreeuw door één of meer krachtige luidsprekers, komend uit de richting van de Rijn. Dit onplezierige rumoer werkt zeer storend op de nachtrust. Gaarne zou ik, indien mo
gelijk, inlichtingen willen hebben omtrent oorzaak en doel van dit lawaai, alsmede omtrent de verwachting, of wij hier weer spoedig van verlost zullen worden.
Ir. A. C. Cranendonk,
Hulkesteinseweg. 1,
Arnhem.
(De geachte inzender bedoelt naar alle waarschijnlijkheid het misbaar dat via de luidsprekers gemaakt wordt, die ingeschakeld zijn om de defensiewerkzaamheden aan de Rijnoevers ter plaatse, die ook ’s nachts voortgang vinden, te bespoedigen.
Dat is dus de oorzaak van liet lawaai. Omtrent het doel daarvan ligt de situatie moeilijker.
Het is namelijk met Defensie zo, dat men liefst in stilte werkt, hoewel
men dit camoufleert door des nachts zeer luidruchtig te doen. Overigens dienen wij wel, het oog gericht houdend op de versterking van het Westen, verheugd te zijn dat men in het diepste geheim, behalve dan natuurlijk weer de voortplanting die reeds meer genoemde luidsprekers aan vele soorten orders geven, ook iets doet voor onze veiligheid.
De vraag wanneer de bewoners van deze omgeving verlost zullen worden van dit lawaai, zullen wij voorleggen aan instanties, die daarover wel oordelen kunnen en misschien geneigd zijn een antwoord te geven. — Red.)
Het was een bijzondere ingezonden brief in de Arnhemsche Courant van woensdag 23 december 1953 met een even opmerkelijke reactie van de dagbladredactie.
Ir. Cranendonk aan de Hulkesteinseweg klaagde over nachtelijk lawaai dat door luidsprekers over zijn huis schalde. De redactie antwoordde dat dit wellicht noodzakelijk was. Want men werkte aan de Klingelbeekseweg immers ‘in het diepste geheim’ aan ‘de versterking van het Westen’.
Zo geheim was de aanleg van de ‘Defensiehaven’ in de jaren vijftig blijkbaar niet. De haven was een onderdeel van een nieuwe verdedigingslijn, de IJssellinie. Dat nieuwe verdedigingswerk moest een eventuele inval van communistische Sovjettroepen stoppen dan wel vertragen.
In de aan te leggen ‘geheime’ insteekhaven lagen caissons opgeslagen die, bij een Russische aanval, in de rivier werden neergelaten. Dat gebeurde op meerdere punten langs de grote rivieren. Door die dammen zou het oostelijke IJsselgebied van Kampen tot Arnhem overstromen, wat een lastige barrière voor de agressor zou moeten zijn.
In Arnhem werden op beide oevers tussen de Klingelbeekseweg en Meinerswijk betonnen landhoofden gebouwd. Daar pasten de caissons precies tussen. Bovendien lag op de rivierbodem een betonnen drempel, waar de caissons op neergelaten werden. Om te zorgen dat het water niet in de Betuwe wegstroomde, werd parallel aan de autoweg naar Nijmegen (nu A325) een dijk gebouwd die we nu kennen als de Defensiedijk.
Voor de verdediging van de defensiehaven en de caissondam werden verder in Meinerswijk en aan de Klingelbeekseweg Shermantanks uit de Tweede Wereldoorlog als kazematten ingericht. Toen de IJssellinie klaar was, bleek deze militair al weer achterhaald en men begon kort na de voltooiing al weer met de ontmanteling. In Arnhem zijn op tal punten nog objecten van deze IJssellinie uit de Koude Oorlogstijd te zien.

Meer over de geschiedenis en monumenten van Arnhem: https://arneym.nl/

Kaart IJssellinie
De IJssellinie uit de jaren vijftig en de Koude Oorlog moest het hele gebied langs de IJssel van Kampen tot de Betuwe onder water zetten. Daarmee wilde men een eventuele aanval van de communistische Sovjet-Unie vertragen.

De rode lijn tussen Arnhem en de Waal bij Nijmegen is de dijk die in die jaren aan de westzijde van de snelweg Arnhem-Nijmegen is aangelegd.

© Stichting Menno van Coehoorn op website Mijn Gelderland / Canon van Gelderland.

 

De Defensiehaven aan de Klingelbeekseweg ca 1955 met links de caissonhaven. Op de rechter foto zijn de landhoofden aan beide Rijnoevers, waartussen de caissons geplaatst moesten worden,  goed te zien.

© NIMH 2000-818-012. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).

© NIMH 2000-818-013. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).
Shermantank IJssellinie Klingelbeekseweg, ca. 1955
Shermantanks uit de Tweede Wereldoorlog werden van binnen gestript en in beton gegoten. Zo dienden ze als kazematten voor twee tot drie soldaten die de IJsselliniewerken moesten bewaken.
© Fotograaf Jan de Vries, 2007. Alle rechten voorbehouden.
Geheimzinnige geluiden op de Klingelbeekseweg, 1953
De ingezonden brief in de Arnhemsche Courant over de bouw van de caissonhaven bij de Klingelbeekseweg in 1953. stond in de Arnhemsche Courant, van 23 december 1953. Via KB-site Delpher.
Grote versie totale krantenpagina: https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB19:000300149:mpeg21:p00004
Literatuur en bronnen
T. Burgers, Watermonumenten. Beken, bruggen, dijken en gemalen in Arnhem, Utrecht 2010, 68-72.J. Hoffenaar, ‘Verdedigd door de IJssel. De opbouw van een defensielinie tijdens de Koude Oorlog’, in: D. Verhoeven (red.), Gelderland 1900-200. Zwolle 2006, 322-326.H. Kooger, Rondom den Brink. Zwerven door West-Arnhem, Arnhem 1987.
Mijn Gelderland / Canon van Gelderland, De IJssellinie. Een ongebruikte Gelderse waterlinie, 1951-1963, website: https://mijngelderland.nl/…/gelderland/de-ijssellinie

T. Seebach, De Arnhemse Rijnoevers. Wonen, werken en recreatie aan de rivier, Utrecht 2014, 22.

R.C.M. Wientjes, Een heerlijkheid in de bocht. Kaartboek van de polder Meinerswijk bij Arnhem, Zwolle 1995.

#arneym #arnhem #geschiedenis #monumenten
#ijssellinie #klingelbeek #meinerswijk

November 2023. Na ruim 75 jaar spraken we elkaar weer!

Lang geleden….

Het is 16 april 1949 als ik voor het eerst bij De Geuzen kom om eens te kijken bij de welpen. De horde kwam bijeen in een kelderruimte van het gebombardeerde Diaconessen Ziekenhuis boven aan de Lawick van Pabststraat.

Ik mocht die middag meedoen en Raksha Schortinghuis deelde mij in bij het bruine nest. De gids daarvan was Frits Berends. Hij zal toen 10 jaar oud zijn geweest. Wij woonden bij elkaar in de buurt op de Hoogkamp

Het bruin nestdriehoekje kreeg ik bij mijn installatie op 14 mei opgespeld. Frits heeft me bij hem thuis geholpen om de vaardigheden voor de eerste ster (=één oog open) onder de knie te krijgen. Nadat hij naar de verkenners ging zagen we elkaar niet meer en verliet hij De Geuzen

Omstreeks 1960 heb ik het nestdriehoekje zelf op mijn kampvuurmantel genaaid.

 

Waar zou Frits gebleven zijn? Een jaar of 10 geleden zocht ik eens op internet en vond ik zijn naam over en artikel van het Lorenzmonument in Sonsbeek en mailde hem deze foto. “Mag ik die gebruiken bij mijn lezingen” antwoorde hij.

Eind oktober 2023 mailde hij: “Gisteren kwam ik na jaren de interessante correspondentie met jou tegen. Werkt dit email adres nog?”

Medio november belde hij. Na ruim 70 jaar spraken we bijna een uur met elkaar!

Ippecaquama 3 juni 1950

IPPECAQUANA (bericht uit Weest Paraat 1950 nr 5)

Voor de eerste maal zullen op 3 Juni 1950 alle welpen van Nederland (zowel NPV als VKJB) meedoen aan eenzelfde jacht.

Door de Nationale Welpenjacht ter ere van ons 40-jarig bestaan te spelen in het eigen district, wordt de mogelijkheid geschapen, dat werkelijk alle Nederlandse welpen mee kunnen doen

en het is verheugend, dat de jacht samen gejaagd zal worden door welpen van de V.K.J.B. en N.P.V.

In alle districten heerst grote activiteit en is er een prettig samenwerken tussen Oude Wolven en hun A.D.C.-Welpen om alle materiaal voor de 3 juni Jacht klaar te maken. Poeliers en kippenboeren zullen nog nooit zoveel verzoeken hebben ontvangen om veren als in deze Meimaand, waarin elke Nederlandse horde materiaal aan het maken is om zo goed mogelijk bij de Indianenschouw op 3 Juni voor de dag te komen. U zult ontdekken, hoe leuk het is om tooien, tomtoms, pijlenkokers, schilden, pijlen en Indianenpakken te maken van vrijwel waardeloos materiaal.

Ook moeten natuurlijk de liedjes van tevoren worden doorgenomen. Bij het ter perse gaan van dit nummer van Weest Paraat zijn nog niet van alle horden totemleren ontvangen. Geen totemleer ingestuurd, betekent geen totemleer ontvangen op 3 Juni!

Foto’s van de jacht „Ippecaquana”. 15 Nederlandse welpenleid(st)ers zullen namens de Nationale Padvindersraad Nederland vertegenwoordigen op de Internationale. Welpenleid(st)ersconferentie, die van 31 Juli tot 5 Augustus te Edinburgh gehouden wordt. De Nederlandse delegatie zal graag tentoonstellingsmateriaal (originele transportabele handenarbeid, welpenlogboeken en foto’s) meenemen.

Over de Nationale Jacht „Ippecaquana” zal een logboek worden samengesteld, met foto’s van de verschillende districtsjachten, eventueel krantenverslagen.

Evenals voor de welpen van de B.E.-horden, die in ziekenhuizen en sanatoria of thuis liggen, is er een mogelijkheid voor die welpen van Uw horde, die al enige tijd ziek liggen, om met „Ippecaquana” mee te doen. Deze aanvrage moet vóór 20 Mei geschieden bij Akela Lind, Zeestraat 76, Den Haag. Het is wel de bedoeling, dat een Oude Wolf dit spel op 3 Juni met de zieke welp speelt en het bijbehorend verhaal vertelt.

 

 

 

” ’n Heitje voor ’n Karweitje ” Nieuw idee van de padvinders

      ’n Heitje voor ’n Karweitje

Nieuw idee van de Padvinders

Voor hulp aan het huisgezin

Uit de Arnhemsche Courant van 1 april 1952

Is er in de week na Pasen soms een karweitje op te knappen? De padvinders van Nederland zijn op een aardig idee gekomen. Zij zullen helpen, wanneer men even een seintje geeft, hetzij per post, hetzij per telefoon aan een adres, dat nog nader bekend zal worden gemaakt. Men kan ook het zgn. P-biljet op het raam plakken, dat op de voornaamste plaatsen in stad en omgeving van te voren zal worden uitgereikt en dat voor de padvinders betekent, dat er werk voor hen is.

Van 15 tot 19 April wordt er door de N.P.V. een actie ingezet ten behoeve van de B.E. (gebrekkige padvinders), het nationaal hoofdkwartier, het district en de eigen groep van de Nederlandse Padvinders, ’n Heitje vóór ’n karweitje’, is het motto en deze slagzin vindt zijn oorsprong eigenlijk buiten onze grenzen. In Engeland voeren de Padvinders al enkele jaren een zeer geslaagde actie onder de titel „A Bob a Job”. Zij gaan uit werken, dat is te zeggen, kleine karweitjes opknappen zoals er altijd wel op te knappen zijn, in ieder huisgezin. Een paar voorbeelden: schoenen poetsen, auto’s wassen, houtjes hakken enz. Er zijn honderden van die klungelwerkjes, waar men moeilijk een vakbekwame kracht voor kan vragen en waar men zelf meestal niet toekomt. Men wil het met het Engelse idee hier ook eens proberen. Men hoopt, dat de actie even goed zal slagen.

Wat het publiek voor het uit te voeren karweitje missen wil, is van harte welkom. De helft van de op deze wijze verkregen gelden, zal worden aangewend om de B.E.-jongens in staat te stellen naar hun grote Jamboree in België te gaan. Men hoopt over het gehele land hiervoor een aanzienlijk bedrag in contanten bijeen te brengen.

De andere helft zal in eigen kring besteed worden. Er moet nieuw materiaal aangeschaft worden, terwijl tal van andere zaken grondige vernieuwing behoeven.

De actie in het district Arnhem zal behalve de stad, de Veluwezoom van Renkum tot Dieren omvatten.

Er zijn verschillende kanten aan dit loffelijke plan. Men wil de beroepsmensen niet in de wielen rijden en daarom doet men een beroep op het publiek, om ten aanzien daarvan zijn volle medewerking te verlenen.

Padvinders worden geacht van veel marktenthuis te zijn, maar vakmensen zijn zij natuurlijk niet. Zij zullen hun uiterste best doen, als het karwei in overeenstemming met hun capaciteit is.

Wanneer de telefoontjes op de meldingsposten binnenkomen, zal men de vragers zo gauw mogelijk proberen te bedienen. Iedere padvinder die op karwei wordt gestuurd bezit een groen afrekenings-formulier, waarop hij aantekening van zijn arbeid houdt en dat tevens als legitimatiepapier dient. Het

publiek kan hier dus naar vragen. De nodige clementie wordt vanzelfsprekend ingeroepen, voor het geval het met de aanvragen storm loopt en de organisatie dreigt bedolven te worden.

Het ligt in de bedoeling om de posten regelmatig te doen bezetten. Van daaruit wordt het werk gedirigeerd. Meldingen kunnen dagelijks van negen tot half zes gedaan worden. Heeft men een urgent karwei, dan kan men een padvinder direct van straat naar binnen roepen. Het verdient aanbeveling om, behalve het biljet op het zijn raam te plakken, ook de meldingspost van een verzoek tot hulp in ken-

nis te stellen. Het zou kunnen voorkomen, dat een P-biljet in een stille straat achteraf onopgemerkt blijft.

Indien de actie ook hier te lande slaagt, zal men haar in de toekomst herhalen. Veel zal van de medewerking van het publiek afhangen. De beste patrouille van het land, dat is dus de groep die zich het best van zijn taak kwijt, krijgt een extra beloning. Ook wordt er een prijs beschikbaar gesteld voor de groep, die het origineelste karwei uitvoert.

Bijzonderheden over de meldingsposten worden binnenkort medegedeeld. Totdat deze week aanbreekt, zou men er zich vast op kunnen bezinnen, wat er in, aan of bij huls en tuin nodig moet worden opgeknapt. Het zal tenslotte een grappig en ongewoon gezicht zijn, om de padvinders straks op karwei te zien, aan de wastobbe, bij de baby-box op het grasveldje, als het weer ook wat mee wil werken, zodat dè huisvrouw er eens een middagje-uit van kan nemen en zo zijn er natuurlijk duizend en één voorbeelden.


In de Arnhemsche Courant van 15 april 1952 stond onderstaand berichtje. Hieruit valt op te maken  welke Arnhemmers betrokken waren bij deze actie.

Voor de binnenstad is dat Sporthuis Barské. Die noodwinkel werd op 1 augustus 1946 geopend. In die winkel werden ook de nog schaarse artikelen van de Scout Shop verkocht. De eigenaar is de vader van één van De Geuzen welpen: Cees Barské .

 

 

 

 

 

 

Voor Alteveer is dat K(oop) Reynders. Hij was de gymnastiekleraar van de Centrale ULO aan de Heselbergerweg  én instructeur van de gymnastiekvereniging Thor, die in de gymzaal van de Lorentz HBS (B) in de Schoolstraat oefenden.

 

 

 

 

.

1967 – 1976 Zomerkamp foto’s horde Heyenoord

Bij het afscheid van Akela Bep Dormits – Menco, op 27 november 1976,

kreeg zij een album aangeboden met beschreven herinneringen en foto’s over de 25 jaar die zij bij Scouting in Eibergen, Deventer en sinds 1967 bij De Geuzen als leidster zeer actief was.

Van de door haar geleide Geuzen horde-zomerkampen en enkele andere activiteiten zijn de foto’s in dit bericht bijeengebracht

Zomerkamp 1967 te Zeist

Links Huib de Heer, midden achter Sjaak Meyer.

Zomerkamp 1968 te Apeldoorn

      

Dit liet Bep graag aan anderen over
Bep in haar element
Jaap Duisterwinkel, met gitaar, zingt bij het kampvuur met alle aanwezigen

 

Reuk Kimspel. rechts Elkan Dormits
Toon van Essen, met baret, rent mee!

Zomerkamp 1970 te Zeist

Nienke de Heer-Jong en Bep Dormits-Menco

Zomerkamp 1971 te Otterlo

Helaas, bij dit kamp moesten De Geuzen het zonder Bep doen, maar één dagje bezoek lukte toch wel!
Dank zij de hulp van ouders bezochten de welpen op een dag het land- en zeeverkennerskamp in Zwartsluis

Zomerkamp 1973 Vorden

 

 

 

Zomerkamp 1974 te Doorn

Een kamp zonder totem gaat niet! Dus wie ging vóór de opening nog “even” heen en weer naar Arnhem?

Hans Kappert zit er bij.
Ook Henny Vleeming is er ook bij gaan zitten
Akela Bep Dormits is er bij gaan liggen
vlnr Elkan en Bep Dormits, ?. ?, Hans v.d. Ham en Hans Kappert

 

Zomerkamp 1975 te Lochem

rechts achter: Fred Vleeming als ass. leider
Hans Kappert (links) volgt de vlag omhoog

Wie weet de namen van de twee leidsters naast de vlaggenmast?

 

Zomerkamp 1976 Maarsbegen

Bep als conducteur

Twee personen werden verblijd met de Ridderorde van de Groene Kousenband !

Bep Dormits en Hans Kappert 

Wie staat geheel links?

 

Instaleren, instaleren en nog eens instaleren.

Hoe vaak zou Bep dat wel gedaan hebben?

1962 Zomerkamp verkenners “Gilwell Sint Walrick” Overasselt

Het kampterrein is gelegen aan één van Wijchense vennen op Sint Walrick.

De leiding van het kamp berust bij de twee 21-jarige assistent verkenners-leiders (“vaandrigs”) Huib de Heer en Tim Krooneman, die beiden de Gilwell-Woodbadge cursus voor verkenners-leider met goed gevolg hebben afgerond.

Harm Dekker en Rob Hankel assisteren als troepleiders

De dagelijkse opening (helaas is de foto niet scherp)
Ook hier worden de dekens/slaapzakken regelmatig gelucht
Eén van de 6-persoons patrouilletenten met oprolbare “muurtjes” (de verticale zijkanten)

Tim’s vader wilde eens zien hoe zijn zoon, als één van de twee leiders van van troep, te werk ging. op de achtergrond de ouders van Carl Jibben. Naast de boom zit Huibs vriendin Nienke de Jong (AWL bij de Geuzen horde)

Er waren meer vaders die tegen een boom leunden
Nienke was met Huibs vader mee gekomen. Ook hij (de man in pak met stropdas) wilde met eigen ogen zien Huib functioneerde.

 

Vader Prenger houdt dochter Bep in de gaten als zij over de evenwichtsbalk loopt. Haar broer Jan (linker foto) heeft laten zien hoe je dat moet doen

Roel en mevr. Dekker
Troepraad met een jolige vaandrig Huib de Heer
De vader van Charles t’ Sas houdt een toespraak bij het onthullen van een “beeld”. Links de moeder van Tim (vanwege het mooie weer waren zijn ouders ieder op een Solex naar Overasselt gekomen).
Onno Dekker en Wim Launspach spelen “drie op een rij” in het zand
Carel Jibben zorgt voor warm water
Vader t ‘Sas in gesprek met de familie Purmer
Huib scheert de “baard” bij Harm Dekker
Dick Rijssemus neust in de keukenkist

 

Hr van Muilekom in gesprek met de ouders van Dick Rijssemus
Onno Dekker is benieuwd hoe ver hij heeft gesprongen

 

      

Ook hier worden de dekens/slaapzakken regelmatig gelucht
We stoken op houtvuur en daarom moeten de pannen, vóór ze op het voor worden gezet, met een dun laagje groene zeep ingesmeerd worden. Dan zijn ze gemakkelijker schoon te maken.

 

 

1967 zomerkamp verkenners “De Vrijenberg”, Loenen en “Hotel Mol”, Giethoorn-Noord

Het zomerkamp wordt van 5 t/m 12 augustus gehouden.

In de brief aan de ouders van 20 juni schrijft hopman Tim Krooneman o.a. “Door verschillende omstandigheden is het afgelopen seizoen niet geheel vlekkeloos verlopen, wat voor sommige jongens reden was om de troep te verlaten. Daardoor zal het aantal deelnemers aan het kamp niet erg groot zijn. Ondanks deze tegenslagen heeft de leiding gemeend dit kamp toch doorgang te moeten laten vinden, zodat in dit kamp weer de basis gelegd kan worden voor een nieuw, fris verkennersjaar. Ik hoop dat alle jongens meegaan. Het zomerkamp is niet los te denken van de zaterdagmiddagbijeenkomsten.

Als blijkt dat er slecht 7 verkenners en 4 leiders zullen deelnemen wordt het programma drastisch gewijzigd. We gaan niet op de fiets naar “De Vrijenberg” in Loenen maar vragen de ouders om de verkenners met hun bagage per auto te brengen.  De reden is dat we in het spelthema hebben opgenomen dat we vanwege het stijgende water het terrein zo snel mogelijk moeten verlaten. Dinsdags breken we het kamp af en met een gehuurd VW-busje en een privé auto rijden we t z’ allen naar Giethoorn-Noord en slaan ons kampje op in de boomgaard van Hotel Mol. De ouders is gevraagd om hun zoon niets over deze verhuizing te vertellen!

Staand vlnr Han Scheffers, Willem de Heer en Rob Hankel. Zittend: Ronny van Muilekom, Jacky van Besouw, Rob Fortanier, Albert Bosveld, Lex Brenkman, Henk Douna en liggend Dick v.d.Brul

Het werd een gezellig en geslaagd kamp!

Samen ‘piepers jassen”
Heerlijk in het water van het Boven Wijde op een zeer warme dag
Op bezoek bij oud-hopman Huib de Heer aan het Bovenwijde. De zwembroeken waren in het kamp gebleven en dus werd er in de onderbroek gezwommen
De “helden” Jacky en Henk, zij durfden wel in hun onderbroek te zwemmen