Categorie: Verkenners

1962 Zomerkamp verkenners “Gilwell Sint Walrick” Overasselt

Het kampterrein is gelegen aan één van Wijchense vennen op Sint Walrick.

De leiding van het kamp berust bij de twee 21-jarige assistent verkenners-leiders (“vaandrigs”) Huib de Heer en Tim Krooneman, die beiden de Gilwell-Woodbadge cursus voor verkenners-leider met goed gevolg hebben afgerond.

Harm Dekker en Rob Hankel assisteren als troepleiders

De dagelijkse opening (helaas is de foto niet scherp)
Ook hier worden de dekens/slaapzakken regelmatig gelucht
Eén van de 6-persoons patrouilletenten met oprolbare “muurtjes” (de verticale zijkanten)

Tim’s vader wilde eens zien hoe zijn zoon, als één van de twee leiders van van troep, te werk ging. op de achtergrond de ouders van Carl Jibben. Naast de boom zit Huibs vriendin Nienke de Jong (AWL bij de Geuzen horde)

Er waren meer vaders die tegen een boom leunden
Nienke was met Huibs vader mee gekomen. Ook hij (de man in pak met stropdas) wilde met eigen ogen zien Huib functioneerde.

 

Vader Prenger houdt dochter Bep in de gaten als zij over de evenwichtsbalk loopt. Haar broer Jan (linker foto) heeft laten zien hoe je dat moet doen

Roel en mevr. Dekker
Troepraad met een jolige vaandrig Huib de Heer
De vader van Charles t’ Sas houdt een toespraak bij het onthullen van een “beeld”. Links de moeder van Tim (vanwege het mooie weer waren zijn ouders ieder op een Solex naar Overasselt gekomen).
Onno Dekker en Wim Launspach spelen “drie op een rij” in het zand
Carel Jibben zorgt voor warm water
Vader t ‘Sas in gesprek met de familie Purmer
Huib scheert de “baard” bij Harm Dekker
Dick Rijssemus neust in de keukenkist

 

Hr van Muilekom in gesprek met de ouders van Dick Rijssemus
Onno Dekker is benieuwd hoe ver hij heeft gesprongen

 

      

Ook hier worden de dekens/slaapzakken regelmatig gelucht
We stoken op houtvuur en daarom moeten de pannen, vóór ze op het voor worden gezet, met een dun laagje groene zeep ingesmeerd worden. Dan zijn ze gemakkelijker schoon te maken.

 

 

1967 zomerkamp verkenners “De Vrijenberg”, Loenen en “Hotel Mol”, Giethoorn-Noord

Het zomerkamp wordt van 5 t/m 12 augustus gehouden.

In de brief aan de ouders van 20 juni schrijft hopman Tim Krooneman o.a. “Door verschillende omstandigheden is het afgelopen seizoen niet geheel vlekkeloos verlopen, wat voor sommige jongens reden was om de troep te verlaten. Daardoor zal het aantal deelnemers aan het kamp niet erg groot zijn. Ondanks deze tegenslagen heeft de leiding gemeend dit kamp toch doorgang te moeten laten vinden, zodat in dit kamp weer de basis gelegd kan worden voor een nieuw, fris verkennersjaar. Ik hoop dat alle jongens meegaan. Het zomerkamp is niet los te denken van de zaterdagmiddagbijeenkomsten.

Als blijkt dat er slecht 7 verkenners en 4 leiders zullen deelnemen wordt het programma drastisch gewijzigd. We gaan niet op de fiets naar “De Vrijenberg” in Loenen maar vragen de ouders om de verkenners met hun bagage per auto te brengen.  De reden is dat we in het spelthema hebben opgenomen dat we vanwege het stijgende water het terrein zo snel mogelijk moeten verlaten. Dinsdags breken we het kamp af en met een gehuurd VW-busje en een privé auto rijden we t z’ allen naar Giethoorn-Noord en slaan ons kampje op in de boomgaard van Hotel Mol. De ouders is gevraagd om hun zoon niets over deze verhuizing te vertellen!

Staand vlnr Han Scheffers, Willem de Heer en Rob Hankel. Zittend: Ronny van Muilekom, Jacky van Besouw, Rob Fortanier, Albert Bosveld, Lex Brenkman, Henk Douna en liggend Dick v.d.Brul

Het werd een gezellig en geslaagd kamp!

Samen ‘piepers jassen”
Heerlijk in het water van het Boven Wijde op een zeer warme dag
Op bezoek bij oud-hopman Huib de Heer aan het Bovenwijde. De zwembroeken waren in het kamp gebleven en dus werd er in de onderbroek gezwommen
De “helden” Jacky en Henk, zij durfden wel in hun onderbroek te zwemmen

 

1968 Het 6e Zomerkamp van de juniorverkenners in Giethoorn-Noord

A=Willem de Heer, B=Rob van Haarst, C=Frits Hiddink, D= Maarten de Jonge, E= Frits Harmsen.

1 Sim Blasweiler, 3 Henk de Greef, 4 Rob Fortanier, 5 Henk Kramers, 6 Gerard Blacquière, 7 Albert B0sveld, 8 Albert Hans Wijnands, 9 Ronny Wissink, 10 Henk Douna, 11 Frits Harmsen, 12 Leo Kroes, 13 Jurry Willemsen, 14 Reinoud Koenders, 16 Dick v.d.Brul, 17 Hans van den Ham, 18 Rudy Huigen.

   .
Voor de eerste keer mee met het verkennerszomerkamp
Klaar om naar Arnhem te fietsen

1980 De verkenners nemen deel aan internationaal Hanzekamp te Zwolle

Ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van de stad Zwolle,

heeft het Scouting district Overijsselse Vechtstreek

een internationaal kamp voor Scouts georganiseerd in park De Weezenlanden

van 2 t/m 9 augustus .

FIVE FINGERS, ONE HAND

De verkenners van de Geuzen doen daar ook aan mee op aandringen van de twee speladviseur van het district. Dat zijn Jan Prenger en Tim Krooneman die beiden met hun gezin in 1978 naar Zwolle verhuisd zijn. Omdat de troep door het vertrek van Jan zonder ervaren leiders zit, gaan Bep en Elkan Dormits als begeleiders mee.

Het kamp telt ca. 250 deelnemers uit Wales, SW England, Schotland, Warwickshire, Bremen (D), Arnhem, Doesburg, Ommen en Zwolle. De indeling van het kampterrein, achter het Provinciehuis, is hier afgebeeld: 

Helaas zijn er (in maart 2023) geen gedetailleerde gegevens over en foto’s van De Geuzen-deelnemers beschikbaar.


Herinneringen van Jeroen Gerlofs dd 9 maart 2023:

Ja, dat was zo’n beetje de hele club die destijds verkenner was. Volgens mij met Sybren Strikwerda als hopman. Verder Ido Dormits, Tom Vleeming, Alphons Westerink, Stefan Mohr, Robin en Frank Spaan, Bob Suttorp, Heiko Fokkens, Robert Witjes. Helemaal zeker ben ik niet.

Het was wel een leuk kamp. Een vlot gemaakt en daarmee rond gevaren. Het boegbeeld werd niet zo gewaardeerd… Op bezoek in het gemeentehuis. Daar hadden ze erna geen sigaren meer. Slapen in een kruiwagen waarna iemand wakker werd bij de kampstaf. De IJsselgroep (Sherpa’s, bezige bijtjes) ontmoet waarmee we later als Rowans nog contact hadden. Koken op houtvuur. Pannen invetten en daarna weer schuren etc. etc.


Lees hier de krantenartikelen over

1st Inverurie o.l.v. Graham Ritchie. Graham en zijn vrouw keerden na enkele dagen terug, haar moeder was overleden. Graham kwam na afloop zijn groep ophalen

 

 

 

Girl Guides uit SW England. Zij verbleven na het kamp nog een week bij gastgezinnen

1952 Arnhemse Verkenner het beste in het land in actie „Heitje voor een Karweitje”

Arnhemse Verkenner het beste in het land

in actie „Heitje voor Karweitje”

3 juni 1952 Nijmeegs Dagblad

De Maarten van Rossum-padvindersgroep te Arnhem, viel Zaterdagmiddag een grote eer te beurt, toen de hoofdcommissaris van de N.P.V., mr. J. M. Ravesloot een van haar jeugdige verkenners wegens zijn bijzondere verdiensten voor de troep huldigde.

Het betrof hier de twaalfjarige Frans van Stalborch uit de Rijnstraat, die de beste individuele prestatie van alle Nederlandse padvinders heeft geleverd tijdens de actie „Een heitje voor een karweitje”. Frans van Stalborch verrichtte niet alleen de meest gevarieerde werkzaamheden, maar „verdiende” voorts in één enkele week een totaalbedrag van ƒ 72,70.

De korte huldigingsplechtigheid vond plaats in het troephuis aan de Beekhuizenseweg te Velp. De Maarten van Rossumgroep stond rond de vlaggenmast opgesteld, toen de H.C. door de districtscommissaris, dr B. G. van Griethuysen werd welkom geheten. Deze vond het voor de troep een hele eer, dat de H.C. persoonlijk aanwezig heeft willen zijn.

Mr. Ravesloot zeide steeds goede berichten over de Maarten van Rossumgroep te vernemen. Het gedegen werk van de groep is meermalen op de voorgrond getreden. Het verheugde

spreker dan ook bijzonder, een van de jeugdige verkenners uit deze groep te kunnen huldigen voor een prestatie, die het nodige respect afdwingt. Ook de groep zelf heeft zich inde actie uitstekend gehouden. De hoofdcommissaris wees nog eens op het belang van de naleving van de padvinderswet. Het is niet zo eenvoudig om deze tot uitvoering te brengen. Toch mogen we nooit vergeten om datgene wat er in verankerd ligt na te komen, aldus mr. Ravesloot. Onze grote plicht om anderen steeds behulpzaam te zijn, mogen geen enkele omstandigheid verzaken. Daarmede staat hij verreweg aan de spits.

De hoofdcommissaris riep Frans van Stalborch naar voren te komen en overhandigde hem een fraaie shelter als geschenk, alsmede een bewijs voor een vliegtocht vanaf Soesterberg. Uit het lijvige rapport van verdiensten van deze Arnhemse verkenner bleek, dat hij nabij het Arnhemse station werkzaam geweest is. o.m. vele reizigers met hun koffers geholpen.

De leider van de verkenners, hopman Folmer, bood de hoofdcommissaris een bus echte Arnhemse meisjes aan als bewijs van waardering van diens bezoek. Met een drieweg hoera op het welzijn van de H.C. werd de plechtigheid besloten.


Frans van Stalborch kwam toevallig met De Geuzen in contact doordat hij in september 1957 naar de Uitgebreid Technische School (Spijkerstraat hoek Schoolstraat) ging. De school was in 1956 gestart. In 1957 werden veel jongens toegelaten waardoor er parallelklassen gevormd werden.

Frans kwam in E(lectro)1A. In E1B zaten o.a. Carol van den Hoorn en Tim Krooneman. In het voorjaar van 1958 ging Tim met zijn patrouille de Houtduiven naar de Districtswed-strijden. Daar trof hij ook Frans, PL van de Veluwse Verkenners en klasgenoot Carol, PL van de Arnhemse Padverkenners!

Doordat zowel De Geuzen welpenhorde als de verkennerstroep dat jaar een tekort aan leiding hadden, vroeg Tim aan Frans of hij misschien in beide zomerkampen kon assisteren. Dat wilde hij wel doen!

vlnr: Harm Dekker (in hemd), Han Scheffers, Frits Hiddink, Hans de Jong, Steven Scheffers, Kees van Rijn, Pieter van Rijn, Roel Dekker achter Harm vlnr.: Tonny Boshuizen, Hans Siebelink, Leo van der Heu, Wolfert van Leeuwen, Rob Hankel, Tonny Markus. achterste rij: Frans van Stalborch, Hans Reymes, Jan Stigter, Toon van Essen, Hans Niemantsverdriet, Tim Krooneman.

1958 Zomerkamp te Ugchelen. Welpenhorde De Geuzen

Staande rij vlnr: Carl Visscher, ?, Gerda Addink, Sytze Tuininga, Frans van Stalborch, Henk Bongers, Johan Markus, Willem de Heer, Jos Bokkelkamp, Lien Damhaar, ?,Onno Dekker,?, Lien Duisterwinkel-Menkhorst, ?,?.

Voorste rij vlnr: Carl Jibben,?,Jaap Purmer, ?,?, Steven Scheffers, ?,?, Han te Selle, Kees Purmer, Chris Schönthaler, ?


Max Nathans herinnerde zich dit over “Heitje voor een Karweitje.

Hij en zijn broers  wonen in Israel

In de jaren omstreeks 1950 was er een nationaal padvinders project in Nederland met de naam “Heitje voor een karweitje” (een heitje was oorspronkelijk een Bargoense woord. Het is een verkorting van heitbas (‘vijf stuivers’) Een heitje was dus 25 cent en werd meestal aangeduid als “een kwartje” (een kwart gulden)

Tijdens de Paasvakanties trokken de welpen, de verkenners, voortrekkers, leiders en leidsters en zelfs commissarissen er één dag op uit om KARWEITJES voor een HEITJE te verrichten

De bedoeling daarvan was om wat extra’s te kunnen doen (behalve elke dag de goede daad) door geld te verdienen voor je groep. Aangezien er veel padvinders waren die allemaal klusjes wilden doen, moest je wat origineels bedenken.

Ik had dit idee : dat bleek een goede bron van inkomsten te zijn.

Mijn broers Alex en Bram en ik (alle drie Geuzen) gingen op Zaterdag naar de fietsen-stalling op het Velperplein bij Vroom en Dreesman (foto ca. 1960, V&D links met 5 ramen)

Met behulp van een busje witte verf en een kwastje schilderden we de onderste 30 cm van het achterspatbord van de fiets weer keurig wit en pasten ook op de fietsen terwijl de mensen aan het winkelen waren.

Het witte spatbord verdween door het succes van de fietsreflector. De overheid schaft het witte spatbord voor fietsers per 1 januari 1995 af. Het is niet meer nodig, vindt minister Maij-Weggen, om naast een achterreflector ook een dertig centimeter lang “wit staartje” op de fiets te hebben

 

 

 

 

2013 Verslag van de Regionale Scouting Wedstrijden

 

Daan Jansen schreef het volgende verslag:

Het thema van de RSW was dit jaar, in april, de Flintstones .

Ter voorbereiding hadden Bouke en Iris themakleding voor de hele patrouille gemaakt. Na het aanmelden van de patrouille moesten we de tent opzetten en een keuken bouwen. Op een gegeven moment ging er een toeter en moesten we bij de subkampleiding verzamelen deze vertelde ons over de regels en tijden. Daarna gingen we allemaal naar de kampvuurkuil waar een kampvuur door Merlijn gemaakt was . In de kampvuurkuil werden nog wat dingen verteld en kreeg iedereen een avondsnack, voor de niet-vegetariërs een zakje met 3 satéstokjes en voor de vegetariërs een licht aangebrande kaassoufflé. Toen we eenmaal in de tent waren kregen we veel bezoekjes van de Valken waardoor het erg lang duurde dat iedereen sliep

Veel deelnemers aan en staf van de RSW op de Waterberg

De volgend de morgen vertrok ons Subkamp als eerste met de hike . Het hiken ging erg goed tot de fietsers ons twee keer de verkeerde kant op hadden gestuurd . Tijdens het hiken kwamen we verschillende patrouilles tegen: de ruiterscouts, een patrouille met een stokbrood en een patrouille waar met twee danen waarvan de een cretorus en de andere anus werd genoemd . Maar uiteindelijk waren we toch als eerst bij de Waterberg . Na het hiken hebben we de keuken afgemaakt een pan ontschimmeld [ik was hem vergeten af te wassen].

Vervolgens moesten we koken. We hadden: vlees, pasta, komkommer, tomatensaus en vegaballen . Verder had Iris een heerlijke taart gebakken waar de jury erg tevreden mee was . Na het koken en afwassen was de bonte avond . Wij hadden een kort liedje bedacht het ging zo: He kijk het zijn Bambam en Pebbles de baby’s met bowlingskills ! Na dit geweldige liedje kregen we het en geweldige stukje na het andere te zien .

Daarna gingen we naar de kampvuurkuil en deden we een slecht georganiseerd avondspel. Het ging als volgt: in het bos waren 8 mensen verstopt met ieder een eigen geluid wij moesten ze vinden en kregen dan een handtekening ondertussen waren er 5 mensen met zaklampen die je handtekeningen doorkraste als ze op je schenen . Na de bonte avond en het avondspel moest iedereen, behalve de PL’s, naar de tent.

In de tent waren sommige patrouille leden nogal hyper en duurde het behoorlijk lang voordat ik in slaap viel . De volgende ochtend moesten we de tent afbreken en deden we een ingewikkeld handelsspel.

Daarna werd de uitslag bekendgemaakt: de Valken waren 32e de , de Reigers 9e en de Kieviten 5 !!

Taart als beloning voor de goede resultaten RSW én verjaardag Rens van Grunsven

1953-1977 Overzicht zomerkampen verkenners

1952   Rabbit Hill , Nieuw Milligen                            fotoalbum

1953  “De Waterlelie”, Giethoorn                                                        kampverhaal

1954   In de duinen bij Velsen                                      fotoalbum 

1955   Epe                 Groepsalbum 1959-1960                            

                                    1956   Hotel Mol, Giethoorn-Noord

1957  Italiaanse Meren, Kotten                                   fotoalbum

1958   Hotel Mol, Giethoorn-Noord                           fotoalbum

1959   familie Smeets, Etenaken bij Wijlre                                          Groepsalbum 1959-1960

1960   Gilwell Ada’s Hoeve Ommen                                                      Groepsalbum 1959-1960  

1961  In de duinen bij Velsen                                      fotoalbum

                                    1962  Gilwell St. Walrick Overasselt

1963 “De Vrijenberg” Loenen                                     fotoalbum

1963 “De IJzeren man” Vught                                     fotoalbum

1964 “Gilwell Ada’s Hoeve”, Renbaan A Ommen    fotoalbum

1965 “Gilwell Ada’s Hoeve”, Renbaan B Ommen    fotoalbum

1966 “Sint Walrick”, Overasselt

1967 ” Vrijenberg”, Loenen, / “Mol”, Giethoorn-Noord fotoalbum  

1968 “Hotel Mol”, Giethoorn-Noord                        fotoalbum

1969 “De Stouwe”, Giethoorn-Middenbuurt         fotoalbum

1970 “Gilwell Ada’s Hoeve” 2e Leidersveld (Jongensstad) Ommen

1971 Weiland aan Arembergergracht, Zwartsluis

                                    1972  Mook   o.l.v. Rob van Haarst                            fotoalbum 

1974 Ommen

1975 Rondvaart per schip Willem de Heer door Nederland

1976 Geuzen-picknick “Ada’s Hoeve” Renbaan A, Ommen

1977 “Ada’s Hoeve”, Laarmanshoek, Ommen          fotoalbum

1965 Zomerkamp verkenners op Renbaan B, Gilwell Ada’s Hoeve te Ommen

Staand vlnr; AVL Frits Hiddink, André Kappert, gast-AVL Peter van der Heij (zwager hopman Tim) , Han te Selle, AVL Harm Dekker, Ton Jager, Dick Roose, Jaap Suringa, Rob Veenvliet, Charles t’ Sas, Joost Blasweiler,
Gehurkt,zittend: Henk Koenders, Joop Meijlink, Jacky van Besouw, VTG Hans van Haarst, Alan Geensen, Hans Kappert, Paskie Rokus, Jos Egberts, John Otten, Henk Otten en Ron van Muilekom.

 

 

 

 

 

 

 

 

Links de Staftent. De patrouilles hebben een eigen terreintje met 8 pers.tent en gepionierde keuken met tafelvuur.

Paskie schreef op 3 augustus 2020 n.a.v. een chatbericht dat Tim Krooneman hem stuurde met de vraag of hij deze Paski was: “Dat zou hel goed kunnen….. ik herinner mij dat ik toen in die week met mijn voet onder een grote wagen met hooi kwam en toen met mijn voet in verband of gips ging…..Op 21 jan 2022 schreef hij:”…. Ik kan me nog iets herinneren van ommen …. ’s woensdagsmiddags mochten de ouders komen (in mijn geval mijn moeder) en eind van die week kwam ik met mijn voet onder een hooiwagen wat mij een gekneusde enkel opleverde …. “”
André Kappert en Joost Blasweiler op weg naar de Woestijn
Jaap Suringa en Rob Veenvliet op pad
’t Is wat als je niet zo lenig bent !

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op de terugweg, 75km. vlnr : Voorop Han te Selle en Ton Jager, 2e Ron van Muilekom en André Kappert, 3e Joop van Muilekom en John Otten, 4e  Joost Blasweiler en Charles t’ Sas.

1954 Zomerkamp verkenners in Velsen

De verkennerstroep, bestaande uit 18 jongens, houdt onder leiding van Hopman Zweers en vaandrig Duisterwinkel hun zomerkamp in Velsen in de duinen, naast het Crematorium Westerveld. 

Tot de kampuitrusting behoorde ook de befaamde ronde tent “de Lekke onderzeeër” én een hele grote HUDO: (Houdt Uw Darmen Open)

Een deel van de verkennerstroep is op de linker foto te zien: vlnr Wim van Dranen, Wim Bonardt, Pieter van Rijn, ? , Huib de Heer, Jaap van Rijswijk en Rudie de Boer
De kampleiding: vlnr Lien Menkhorst, Wim Bonardt, Jaap Duisterwinkel, Hans Willemsen en Ton Zweers. Hans en Wim zijn mee als troepleiders.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Max Nathans, de patrouilleleider in een geruite omslagdoek, heeft de leiding van de ontgroening ceremonie. Links staat, met een angstig gezicht (?), Wim van Dranen. Geheel rechts Frits Hiddink.

 

 

In die jaren was de kampdoop van de jongens die voor het eerst op kamp gingen, een jaar-lijks terugkerend gebruik. Tijdens het kamp bedachten de PL’s en APL’s hoe de “ceremo-nie” zou verlopen.

 

 

 

 

Tijdens dit kamp ontstaat ruzie tussen Hopman Zweers en Pieter van Rijn (die, volgens Max Nathans, een echte Geus was en dat gedrag werd in die tijd niet gewaardeerd). Uiteindelijk is de ruzie beslecht met gevulde koeken.

1946-1960 Sint Jorisdag 23 april

Tijdens mijn Scoutingtijd (1949-1978) bij De Geuzen

werd op 23 april de jaarlijkse Sint Jorisbijeenkomsten gehouden.

Dat hield aanvankelijk in dat je ’s morgens om 7.00 uur in correct uniform, de eerste jaren was dat dus met korte broek, aanwezig moest zijn op het Ronde Weitje aan de voet van de Belvedère in Sonsbeek. Daar kwamen de welpen en verkenners van de meeste groepen van het district Arnhem van de NPV bijeen. Na het hijsen van de Nederlandse vlag en de horderoep gaf de districtscommissaris uitleg

over de betekenis van St. Joris. Tenslotte kregen alle aanwezigen een rode tulp, als symbool van het bloed van de draak die St. Joris verslagen had. Die dag liep je in uniform en zo ging je ook naar school.

’s Avonds kwamen De Geuzen op De Rotsblokken weer bijeen rond het kampvuur. Daar werd gezongen, de legende van Sint-Joris werd verteld afgesloten met het vernieuwen van de welpen- en de verkennersbelofte.

Na de fusie van de 4 Scouting verenigingen in 1972, kwamen de jongensgroepen niet meer in Sonsbeek bijeen. Enkele keren kwam men nog bijeen op de Grote markt. Scouting Nederland probeerde één nieuwe vorm te vinden als vervanger voor van Sint Jorisdag (23 april) en Baden Powelldag (22 februari). Scoutingdag werd dat genoemd.

Op zoek naar meer informatie over Sint Jorisdag kwam ik deze uitgave van het blad De Verkenner tegen. Toevallig een uitgave van het jaar dat De Geuzen opgericht werden: 1946.

De tekst onder de foto op het voorblad luidt:

Zo, in het diepste geheim, hernieuwden wij in de oorlog op elke St. Jorisdag onze Belofte. Dit jaar vieren wij, Nederlandse Padvinders, weer voor ’t eerst in vrijheid de dag van onzen schutspatroon.

De inhoud van dit nummer van de verkenner kun je hier inzien

In de Arnhemsche Courant werd jaarlijks aan Sint Jorisdag aandacht geschonken

1946

1953

Het is vandaag St. Jorisdag, en dus wemelde het vanmorgen in Arnhem van voortrekkers, verkenners en welpen, die zich opmaakten om deze dag te gaan gedenken, om hun belofte bij de installatie afgelegd te gaan hernieuwen. Om zeven uur verzamelden zich de padvinders van „De Nederlandsche Padvinders” op de Grote Markt rond de vlaggemast. De Veluweband was opgemarcheerd met tromgeroffel en trompetgeschal tot vlak bij de mast, waar de twee vlaggen — het rood-wit-blauw en de witte vlag met het grote rode kruis — klaar lagen om gehesen te worden. In carré hadden de padvinders zich opgesteld om te luisteren naar de districtscommissaris, dr. B. G. van Griethuijsen, en naar ADC-W R. Giethoorn. Deze laatste wees op het belang van de padvlnders-belofte en sprak de hoop uit, dat ook het komend jaar een goed padvindersjaar zou worden.

Inmiddels verlieten de Katholieke Verkenners de St. Martlnuskerk, waarom zes uur vanmorgen een dienst wasgehouden. De districtsaalmoezenier, pastoor Schinkel, had een korte preek gehouden. Daarna trok de stoet — de Arnhem-band voorop — naar het voorplein van MusisSacrum. Ook de Katholieke padvinders stelden zich in carré op voor de vlaggenparade. Commissaris J. B. Max stak dé jongens een hart onder de riem met het oog op het komende jaar. Een traditionele plechtigheid gelegenheid van deze dag een rode tulp, de St. Jorisbloem.

De traditionele plechtigheid geschiedde in alle vroegte, toen Arnhems straten nog verstoken waren van het vele, drukke verkeer. De lentezon verleende rijkelijk medewerking aan dit plechtige padvindersfeest. Moge vanavond de maan breed aan de hemel staan als bij de verschillende troephuizen de kampvuren oplaaien, alles ter ere van St. Joris, het lichtend voorbeeld voor alles wat ooit de padvindersbelofte afgelegd heeft.

1954

 

 

1955

1956

 St. Joris

Het is vandaag alweer een indrukwekkend aantal eeuwen geleden dat Sint Joris de draak versloeg. Draken zijn nu eenmaal oud (en taai). De padvinders zullen het echter nooit vergeten. Deze strijdbare heilige, St. Joris, is hun held en het symbool van hun streven. Vanmorgen waren ze er vroeg voor opgestaan en om zeven uur was het appèl op het Ronde weitje in Sonsbeek waar de vlaggen plechtig in top gingen en de viering van St. Jorisdag begon. De foto geeft een indruk van deze vroege plechtigheid.

 

St. Joris in Arnhem

Volgens de traditie vieren de Arnhemse padvinders op 23 april a.s. Sint Joris-dag, samen met hun broederspadvinder over de gehele wereld. Sint Joris is voor de padvinders n.l. het ideaal: de ridder, die er op uit trok om de draak te bevechten. Op St. Jorisdag hernieuwen de padvinders over de gehele wereld aan hun kampvuren de belofte die zij vroeger aflegden. En hierdoor is deze dag bij uitstek de gebeurtenis, waarbij de nadruk wordt gelegd op de wereldbroederschap. Als voorbereiding op deze dag wordt zondagavond 22 april in de Koepelkerk te Arnhem een Padvindersaandacht gehouden, o.l.v. ds. W. F. Jense, Evangelisch Luthers predikant te Apeldoorn. Deze Aandacht, die om 19.00 uur aanvangt, is bedoeld voor alle welpen, verken-ners en voortrekkers, alsmede voor de leden van het Nederlands Padvindsters Gilde. Ook belangstellende zijn hartelijk wel-kom.

De viering van St. Jorisdag wordt op 23 april ingezet met een vlaggenparade, welke plaats vindt op het Ronde Weitje. Des morgens om 7 uur komen welpen, verkenners en voortrekkers met hun leiders daar bijeen om tezamen de vlaggen te hijsen. De traditionele rode tulp wordt hier uitgereikt. Gedurende de verdere dag zal door alle padvinders het uniform worden gedragen. Des avonds houden alle groepen hun kampvuur, waarbij de belofte wordt hernieuwd.

 1960

Padvinders vierden Sint Jorisdag

Meer dan duizend padvinders: voortrekkers, verkenners en welpen, de Arnhem-Band van de Veluwe-verkenners, verkenners van de N.P.V. en de V.K.J.B. stonden vanmorgen ruim zeven uur op de Grote Markt in de gure wind aangetreden voor de jaarlijkse Sint Joris-viering en voor de viering van het gouden jubileum van de padvindersbeweging in Nederland. Ze waren vanmorgen al vroeg uit de veren; de katholieke verkenners hadden tevoren de Heilige Mis in de Sint Walburgkerk bijge-woond. De Arnhem-Band trommelde in de koude morgen de langslapers wakker. Aangezien de K.R.O. de korte plechtigheid op het marktplein uitzond, was alles getimed, gingen prompt kwart over zeven de vlaggen in top en werd de verkennerswet gelezen.

De districtscommissaris van de VKJB, de heer J. B. Max, hield een korte toespraak, waarin hij op kernachtige wijze zei dat oudere mensen zich veel met de jeugd bezighouden. Het is zo belangrijk dat jullie het spel spelen. De ouderen vragen zich af: is dit spel er nog wel? Hier is het antwoord. Dit spel moet je spelen met je gehele hart en daarom moet een beroep worden gedaan op leiders en leidsters die dit spel enthousiast willen spelen. De heer Max liet Tom Bouws, die de jeugduitzendingen van de KRO verzorgt, naar voren komen en overhandigde hem voor het front van de padvindersgroepen de zilveren Jacobs-staf wegens zijn grote verdiensten voor de padvinderij in ons land. Twee zeeverkenners van de Miguel Pro-groep uit Arnhem offreerden de gehuldigde bloemen. De Sint-Joristulp werd uitgereikt; de bloemen die over waren gaan naar zieke padvinders en naar allen die gaarne op deze dag een geschenk van de natuur wensen.

Districtscommissaris ir. F. F. Venstra van de NPV sprak een kort slotwoord, de Sint Jorisboodschap voorlezend. In 1910 werden de eerste Nederlandse verkenners geïnstalleerd. En daarom staan vanmorgen 80.000 Nederlandse padvinders tegelijktijdig onder de vlaggen geschaard om de Sint Jorisdag én ons jubileumjaar te openen. Zij wensen ons een plezierig ju-bileum toe, maar verbinden daaraan de wens dat wij ons dit jaar allen van onze beste zijde zullen laten zien. Houdt de padvinderswet in ere en probeer te doen wat we bij onze installatie en de belofte hebben toegezegd. Laten we vooral een echte pad vinder zijn en laten we doen wat beloofd is. Als vanavond het kampvuur is gedoofd, laat dan niet de padvinders-geest doven, zei ir. Venstra.

Districtscommissaris Max sprak er ten slotte zijn blijdschap over uit dat de katholieke verkenners thans 35 jaar in de Nederlandse padvinderij meespelen. De viering was begonnen met de horde-roep. Het “Hoort zegt het voort” was gezongen en men besloot de plechtigheid met het zingen van het eerste couplet van ons volkslied.


Sint Joris en de draak-

Een moderne bewerking van het verhaal van de drakendoder

Uit: Volksverhalen Almanak

 

Lang, lang geleden gebeurde er elk jaar iets vreselijks in een stad, gewoon hier in Nederland. In die stad, die we nu kennen als Ridderkerk, leefde toen een hele enge draak. Een draak met wel vier koppen en een vreselijke adem. Deze draak wilde elk jaar een mooi jong meisje om haar lekker op te peuzelen. De koning van die stad was wel rechtvaardig, want elk jaar deed hij alle namen van de meisjes in de stad in een grote ton en werd er eentje getrokken. Dat meisje was dan degene die naar de draak werd gestuurd.

Elk jaar waren de bewoners bang; welk meisje zou het lot dit keer aanwijzen? Ook nu kwam de draak weer te voorschijn en eiste een mooi, jong meisje. Op een vol plein bij het kasteel trok de koning het lot.

Hij schrok zich een hoedje, want op het lot stond de naam van zijn dochter, de prinses. Wat nu? Hij kon niet snel een nieuw lot pakken, want iedereen was aan het kijken. Hij moest zijn dochter wel cadeau doen aan de draak. Wat vreselijk! Hoe moest hij dat aan de koningin vertellen? Zijn vrouw wou er niets van weten en vroeg de koning om een oplossing te bedenken. Al ijsberend door het kasteel bedacht hij iets.

“Ik zal alle ridders de uitdaging geven de draak te doden en als beloning mag de ridder die de draak doodt met onze dochter trouwen.”

Zo gezegd, zo gedaan. Een boodschapper ging de stad door op zoek naar dappere ridders, die de draak wel wilden doden. Maar niemand durfde.

Er was één man in de stad die de draak wel durfde doden, maar hij was maar een gewone schildknaap en geen ridder. Die man heette Joris. Joris meldde zich toch maar bij de heraut. “Ik wil die draak wel doden!” zei Joris. De heraut ging terug naar de koning en vertelde hem wat Joris had gezegd. De koning vond het goed en al snel ging het in de hele stad rond, dat Joris zijn leven ging wagen voor de dochter van de koning en al die mooie jonge meisjes, die de draak de jaren erna nog zou opeisen. Joris had echter een probleem: omdat hij geen ridder was, had hij helemaal geen ridderuitrusting. Hij had geen zwaard, geen schild, zelfs geen paard. De koning leende hem zijn spullen uit en gaf hem raad. Onder applaus van de mensen uit de stad ging hij op zoek naar de draak.

Joris dwaalde op het paard van de koning rond op zoek naar de draak. Opeens stopte het paard met lopen en Joris zat ineens stokstijf stil. In de verte hoorde Joris de draak brullen en grommen: “Waaaaauuuuw!”

Joris was een stoere held, maar werd nu toch wel bang, toch dacht hij er niet over om nu terug te keren naar de koning en te melden dat hij niet durfde. Nee, dat zou te gemakkelijk zijn. Joris gaf zijn paard de sporen en het galoppeerde in de richting waar het geluid vandaan kwam. Plotseling stopte het paard. Joris keek tegen het grote, lompe lichaam van de draak aan. De draak spuwde vuur en probeerde Joris van zijn paard te stootten. Joris pakte zijn zwaard stevig in de hand en zwaaide er driftig mee rond. Een hevige strijd begon. Zowel Joris als de draak leverden een zware strijd. Joris liep verwondingen op, maar vocht dapper door, daardoor raakte de draak op een gegeven moment ook gewond. Joris vocht voor zijn leven en voor het paard van de koning.

Na een paar uur strijd bracht Joris de draak de genadeklap toe en de draak viel kreunend en steunend dood neer. Joris had gewonnen. De koning had als eis gesteld dat Joris één van de hoofden van de draak zou meenemen als bewijs dat de draak echt dood was. Joris’ zwaard hakte het hoofd van de draak in een slag af en hij nam het mee naar de koning.

Toen de mensen in de stad Joris aan zagen komen, ging een luid gejuich op. “Lang leve Joris!” riepen de mensen.

De koning kwam zijn paleis uitrennen, gevolgd door de koningin en de prinses. Joris gaf het hoofd van de draak aan de koning.

“Gefeliciteerd,” zei de koning, “jij bent een echte held! Nu mag je met mijn dochter trouwen en ben je voortaan een echte ridder.”

De koning sloeg Joris tot ridder en vanaf toen heette Joris Sint Joris. Hij trouwde niet met de dochter van de koning, want hij was teveel gehecht aan zijn vrijheid. Maar hij leefde nog wel heel lang en gelukkig!