De historie van onze Scoutinggroep laat zicht niet in één document vastleggen vanwege de veelheid en verscheidenheid van activiteiten die al meer dan 75 jaar wekelijks bedacht en uitgevoerd worden.
De leidsters en leiders, maar ook de “supporters” en de beschikbare faciliteiten van de groep zorgen ervoor dat meisjes en jongens met plezier hun spel kunnen spelen. De spelinhoud verschilt per leeftijds-categorie en heeft bij de waterscouts een andere invulling dan bij de landscouts. De kaders van dat spel worden in grote lijnen door de landelijke organisatie vastgelegd en ondersteund middels trainingen voor de leid(st)ers. Door de jaren heen worden die kaders bijgesteld. Het spel dat we tijdens de eerste jaren van de groep speelden is anders dan we nu spelen in een wereld die door digitalisering en andere normen en waarden sterk beïnvloed wordt.
Het mag duidelijk zijn dat de leiding, die haar creativiteit én tijd inzet voor het bedenken en realiseren van spelen, de hulp van ouders nodig heeft bij het verkrijgen en beheren van gelden en faciliteiten. Geld dat deels door de ouders als contributie en kampgeld betaald wordt, maar ook jaarlijks via de exploitatiesubsidie van de Gemeente Arnhem ontvangen wordt. Voor grote investeringen weten ouders soms fondsen te vinden die bereid zijn daaraan bij te dragen.
Bij het vastleggen van de historie van De Geuzen heeft het bovenstaande er toe geleid dat de beschrijving opgesplitst is in acht rubrieken. Als u op onderstaande afbeelding klikt verschijnt die nogmaals met de toegang tot de vermelde rubrieken.
Door op de bedelnap aan het begin de regel van de betreffende rubriek te klikken, wordt dat deel geopend. De blauw onderstreepte woorden in de tekst verstrekken bij het aanklikken meer detailinformatie.
Door op onderstaande afbeelding te klikken kunt u de detailinformatie per rubriek inzien
Op 17 maart 1948 wordt “Stichting De Geuzen” opgericht door de ouders E.O. Haufe, H.C. Boomsma en groepsleider mr. A. Stigter. De Scouting-activiteiten vinden zoveel mogelijk buiten plaats, maar een onderkomen is noodzakelijk. In 1949 besluit de oudercommissie tot de bouw van een eigen troephuis. Het was de heer W.F. Bonardt, vader van verkenner Wim, die op verzoek van het stichtingsbestuur de plannen wilde maken.
Stichting Het Geldersch Landschap stelt in 1949 in het gebied de Rotsblokken een terrein “om niets” voor 50 jaar ter beschikking. Het ligt tussen de spoorbaan Arnhem – Utrecht en de Diependalseweg in het landgoed Mariëndaal.
Op een zolder, ergens in de Weerdjesstraat, wordt een timmerwerkplaats ingericht waar vaders in de avond-uren, na hun dagelijkse werk, kozijnen, ramen, deuren en kisten kunnen maken.
In die jaren was er een 45-urige werkweek. Dat betekende dat men alleen zater-dag ’s middags op het terrein aan de Diependalseweg werkzaamheden kon verrichten
Het gebouw dat de heer Bonardt ontwierp had enkel-steens muren
Die stenen die daarvoor nodig waren moesten op de puinopslagplaats aan Westervoortse-dijk uitgezocht, gesorteerd en opgetast worden.
In december 1949 werd begonnen met het uitzetten van het gebouwtje. Voor dit uitzetten moest een bultje grond verzet worden.
De opgetaste stenen moesten met een handkar vanaf de Westervoortsedijk naar het bouwterrein op Heijenoord vervoerd worden. Daar moesten eerst de oude cementresten door vaders en verkenners afgebikt worden voordat de stenen gebruikt konden worden. Geen aantrekkelijk werk!!
Dhr. Bonardt hield af en toe een bouwlogboek bij. Een transscriptie van de eerste pagina is hieronder weergegeven.
Zo. 4 sept 1949 Oude deuren, -ramen en -kozijnen opmeten
Ma. 5 sept 1949 Vergadering oudercommissie o.a. besloten met de bouw een aanvang te nemen.
Za. 10 sept 1949 Aanwezig: HH Stigter, Dijkhuizen, Haufe, Belderok en Bonardt. Zolder opgeruimd, aangevoerd hout en draadnagels geborgen. Een deel van de cement boven gebracht en een werkbank gemaakt. Verkenners brachten slijpsteen en voerden de zakken vuil weg.
Vr. 11 nov 1949 Aanwezig: HH Stigter, van Essen, Kolthof en Bonardt. De coullise voor de feestavond op 12 Nov.’49 kwam gereed. Doordat enige menschen vroeg naar huis wilden en meer aandacht voor de komende feestavond was, werd besloten half tien te eindigen.
Za. 10 dec 1949 Aanwezig; HH Belde-rok, van Essen, Boomsma, Kuyvehoven, terwijl later kwamen de heren Dijkhuizen en Stigter en 4 patrouilleleiders. Aanvang gemaakt met het uitzetten van het gebouwtje. Voor dit uitzet-ten een bultje grond verzet.
Vr. 6 jan. 1950 Aanwezig HH Stigter, Krooneman, van Essen en Bonardt. Voort gegaan met het maken van de raamkozijnen voor de vleugels.
Za. 11 feb 1950 Bouwplaats Aanwezig HH Boomsma, Belderok, Bonardt, vaandrig van Gils en verkenners. Voort gegaan met de ontgraving van de fundatie. Waterleiding geul op diepte ontgraven en de ……voor watermeterput aangebracht.
Puin opslagplaats Westervoortsedijk: Aanwezig HH Stigter, Haufe, Dijkhuisen en enige verkenners: voort gegaan met het zoeken, sorteren en optassen van hele stenen.
Wo. 15 feb 1950 Waterleiding wordt gelegd.
Za. 25 feb 1950 Bouwplaats Aanwezig Hr Bonardt met slechts 1 à 1,5 uur 5 verkenners. Begonnen met het bikken van de, in de afgelopen week, aangevoerde stenen. Puin opslagplaats Westervoortsdijk, Voort gegaan met het zoeken en optassen van steen. Aanwezig waren HH Stigter, Dijkhuisen en verder (de) troep.
Op bovenstaande foto is een deel van een één-steens buitenmuur te zien. Geen fraai metselwerk. Daarom is het begrijpelijk dat de buitenmuren met een cementlaag bedekt zijn, waarin met takkenbossen een ruw profiel is aangebracht.
Za. 13 mei 1950 Voortgegaan met stenenbikken waarvoor de jongens zich bitter weinig inspanden en de vaandrig een slecht voorbeeld toonde.
Za. 7 okt 1950 Aanwezig HH: Stigter, Krooneman, Cornelese en Bonardt. Eén patrouille werkte mede. De betonnen ring voor de gierput werd achter het gebouwtje gerold en gedeeltelijk ingegraven
Wo. 21 feb 1951 De lambrisering in het welpenlokaal kwam nagenoeg gereed. Voort gegaan met het schouwtje
De foto’s zijn gemaakt door Ton Stigter.
Omdat het animo van de vaders, om het dak zelf aan te brengen, erg gering was (het aantal ouders dat aan de feitelijke bouw meewerkte was te gering), heeft een aannemer die klus geklaard. Daardoor kon voor de beoogde openingsdatum dit werk afgesloten worden.
Zowel in het welpen- als verkennerslokaal was een schouw aangebracht. Bij het stoken van een houtvuur bleek helaas dat de lokalen zich niet met warmte maar met rook vulden !
Toch prachtig dat door zoveel zelfwerkzaamheid dit troephuis tot stand is gekomen!
Na een periode van 2,5 jaar jaar kon het nieuwe groepsonderkomen van De Geuzen, de “Rotsblokken” officieel geopend worden. Alle leden hadden zich daarvoor eerst verzameld op de Heijenoordseweg ter hoogte van de villa Heijenoord.
Omdat de groepsdas (half blauw, half grijs) snel verschoot straalde deze geen eenheid uit. Daarom kregen alle groepsleden eerst een nieuwe, geweven groepsdas “Hay and Leith” omgehangen, voordat zij achter de Veluweband naar “De Rotsblokken” marcheerden.
Een feestelijk begin van deze belangrijke dag voor de groep: een eigen onderkomen aan de rand van het landgoed MarIëndaal.
Na de horderoep en het lezen van de padvinderswet, hesen Pim Cornelese en Tim Krooneman de Nederlandse vlag.
Hopman Stigter bedankt de vaders die langdurig heel veel werk verzet hebben om dit troephuis te realiseren. Daarvoor is “een orde van de bedelpenning” ingesteld. Pim Cornelese maakte het ontwerp. Helaas is de in messing gegoten penning nog niet klaar. Daarom krijgen de heren E.O. Haufe, L.P. Krooneman, A. van Essen en C.W.J. de Heer, tijdelijk een kopie van de ontwerptekening. Stigter reikt aan de heer Bonardt het dankbaarheidinsigne van de Nationale Padvindersraad uit.
Op de foto ontvangt Dhr L.P. Krooneman het kaartje met het ontwerp van de Geuzenbedelnap. De onderstaande definitieve gegoten uitvoering werd hem enige tijd later overhandigd.
Districtscommissaris Dr. van Griethuysen opent het troephuis. ADC-Verkenners ten Broeke, hij bezoekt de troep in deze jaren regelmatig, is ook aanwezig, hij bezoekt de troep in deze jaren regelmatig.
Oûbaas Stigter schrijft in een extra editie van de Geus ter gelegenheid van de opening “Ik ben er zeker van dat onze groep, nu zij een eigen, en naar ik geloof, goed bruikbaar huis heeft, een goede toekomst tegemoet gaat.”
In het welpenlokaal (een ontwerp van vader Krooneman) had ieder nest zijn eigen “hol”. De toegang bestond uit een lap tentdoek, geverft in de kleur van het nestdriehoekje en daarop de wolvenkop van het installatieteken geschilderd.
Het geheel ziet er leuk uit, maar bleek niet zo praktisch in het geval het buiten te nat of te koud was. Er was binnen te weinig speelruimte.