Categorie: Troephuis

Het GSRM “Grote Spel Rens & Merlijn”

De explorers speelden onder leiding van Merlijn Kiezenberg vrijdagavond 25 juni 2021 Het Grote Spel Rens & Merlijn (editie 4 versie 5.) Die met de prins op het zwarte paard.
Deze prachtige foto was er één van het Facebook bericht dat De Geuzen de volgende zaterdagmorgen posten.
Deze foto is voor mij een beeld waarin de kracht van onze groep tot uiting komt.
• Het speelt zich af in het welpenlokaal dat in 1963 aan het troephuis De Rotsblokken, in 1952 gebouwd door Geuzen-ouders, toegevoegd is om de expansie van de groep te kunnen realiseren.
• De muurschildering van het Jungle-verhaal is gemaakt door één van de ouders. Ook een voorbeeld hoe ouders de groep op allerlei manieren kunnen helpen.
• Merlijn Kiezenberg (de spelleider links aan de tafel) en Rens van Grunsven, maar ook Wilma van Loon (zij zit tegenover Merlijn) laten het belang van leiders en leidsters zien die langere tijd Geus zijn. Dat zijn essentiële steunpilaren en deze drie vertegenwoordigen tezamen meer dan 55 jaar leiderschap in onze groep!
• De acht explorers geven hoop op toekomstige leiders
Mooi om ouders, leiders en jongeren zo in dit lokaal bijeen te zien in het jaar dat de groep 75 jaar is geworden.

Bij het zien van het bordspel was ik benieuwd hoe dat tot stand was gekomen en heb dat aan Merlijn gevraagd.

Merlijn Kiezenberg antwoordde:

Het spel

Toen ik bij de stam kwam werden er heel veel bordspellen gespeeld. Rens van Grunsven en ik hebben voor het scoutszomer-kamp in 2006 (zie foto) voor het eerst een groot bordspel gemaakt waarbij de scouts elke dag een paar beurten konden spelen. Tijdens het kamp konden zij punten verdienen die ze avonds bij het spel konden inzetten.

Bij de stam hadden we het idee ook een groot bordspel te maken en op het programma stond toen GSRM “Grote Spel Rens & Merlijn”. De naam is een grapje omdat bij de leiding-training was gezegd dat alle programma’s die “Het Grote” voor de naam hadden staan meteen beter programma waren. Dat spel dat we origineel van plan waren zou nogal tijdrovend zijn in het bedenken en voorbereiden en we zijn er nooit echt aan toe gekomen om het te maken.

Dus toen hebben we het eerste jaar een alternatief spel gemaakt en gespeeld. Het jaar daarna stond er weer GSRM op het programma, nu zouden we het eerste spel echt gaan maken… Maar we hadden andere ideeën en zo is het gegroeid dat we jaarlijks een ander spel verzonnen en speelde als programma bij de stam. Soms was een spel populair en hebben we het ook als programma voor een andere speltak uitgevoerd zoals nu bij de explorers.

Deze versie hebben we gespeeld in 2016 ochtends voor de scouts, en avonds voor de stam, 2020 bij de stam en daarna bij de explorers en nu in 2021 bij de explorers.

Het spelbord hebben we op internet gemaakt via een nep-kaarten generator website en daarna laten printen op een groot spandoek. Het heeft 50 landen en middels stickers die te wisselen zijn is het voor verschillende spellen te gebruiken.

1934 Op zoek naar “De Rotsblokken”

De Rotsblokken

Waar komt de naam, die op het groepshuis staat, vandaan ? 

In het Jaarverslag van de Gem. Commissie voor Lich. Opvoeding te Arnhem “Een overzicht der werkzaamheden in 1933”, gepubliceerd in de Arnhemsche Courant (AC) van 3 juni 1934, komt de naam “De Rotsblokken” het eerst voor:

Met de Ned. Spoorwegen is een overeenkomst getroffen voor het gebruik maken van een terrein, bekend onder den naam „De Rotsblokken”, aan den Diependaalschen weg. Met eigen personeel is dit fraai gelegen terrein afgezet en ingericht tot speelterrein. Voor het plaatsen van een kleedgelegenheid en speelwerktuigen zal de Speeltuinvereniging West-Arnhem zorgdragen.

Op 17 maart 1939 staat in de AC een uitvoerig artikel over de spoorwegtaluds:

DE VOORGESCHIEDENIS.

In aansluiting aan hetgeen bereids werd medegedeeld inzake overdracht in eigendom van de taluds langs den spoorweg Amsterdam—Arnhem aan de stichting Het Geldersch Landschap, wordt nog het volgende vernomen. Reeds sedert verscheidene jaren werden door den toenmaligen burgemeester van Renkum, den heer J. van der Molen Tzn., pogingen gedaan om het Zuidertalud, tusschen de brug bij den Schelmschen weg – en den Taludweg, in eigendom of in elk geval in onderhoud en beheer te doen overgaan aan die gemeente, zonder dat deze tot het verlangde resultaat mochten leiden. De Nederlandsche Spoorwegen bleken niet bereid hunne rechte op deze gronden prijs te geven, zooals laatstelijk in het begin van 1933 aan het gemeentebestuur werd medegedeeld. Ook een poging bij den minister van Financiën had geen succes, al werd hierbij gewezen op den wenschelijkheid om voor werkverschaffingsdoeleinden over de bedoelde gronden de beschikking te krijgen.

Na een bespreking op het departement van Waterstaat werden begin 1937 opnieuw onderhandelingen met de Spoorwegen aangeknoopt. Het bleek, dat dit thans te juister tijd geschiedde: immers in verband met de aanhangige reorganisatie van het spoorweg-bedrijf en de voorgenomen overdracht van niet voor het bedrijf noodige gronden aan Domeinen, werd thans bij de Spoorwegen een willig oor gevonden, waarbij tevens met voldoening geconstateerd werd, dat men daar voor het behoud van het natuurschoon niet onverschillig was.

Contact met het Geldersch Landschap

Dit was voor het gemeentebestuur van Renkum aanleiding om, mede in verband met de verwerving van het landgoed Mariëndaal door Het Geldersch Landschap, de vraag op te werpen, of de Spoorwegen eventueel bereid zouden zijn afstand te doen van het geheele stelsel van de taluds, Noord en Zuid van den spoorweg, tusschen Heyenoord en den Van Limburg Stirumweg, resp. tusschen den overweg bij de Diependalsche laan en den Taludweg. De aan de gronden van Mariëndaal aansluitende strooken, benevens  de Rotsblokken” achter Heyenoord en het Noordertalud tuschen Schelmschen- en Van Limburg Sti-rumweg zouden dan, desgewenscht, door Het Geldersch Landschap kunnen worden overgenomen. Deze gedachte werd in welwillende overweging genomen. Door den burgemeester van Renkum werd hierop contact gezocht met Het Geldersch Landschap, dat bijzonder prijs op het bezit dezer terreinen bleek te stellen.

Het behoud verzekerd.

Inmiddels deelde de directie der Nederlandsche Spoorwegen officieel mede, in beginsel bereid te zijn de eigendomsover-dracht der bedoelde grondstrooken te bevorderen. Zij meende echter verband te moeten leggen met een door haar gewenschte opheffing van den overweg bij de Diependalsche laan, waarop reeds bij de besprekingen was gezinspeeld. Hiervoor was noodig de medewerking van de gemeente Arnhem. Het gemeentebestuur van Arnhem verklaarde zich tot die medewerking bereid, echter onder beding, dat alle taluds (als ook het geheele Zuidertalud) zouden overgaan in handen van Het Geldersch Landschap. Het groote belang van het behoud der taluds als publieke wandelgelegenheid erkennende, heeft ook het gemeentebestuur van Renkum zich hiermede vereenigd. En zoo is, als vrucht van de van dien kant aangevangen onderhandelingen, dat behoud thans verzekerd en heeft Het Geldersch Landschap den eigendom verworven van een niet onaanzienlijke oppervlakte grond, die voor recreatie en vreemdelingenverkeer van groot belang is. Was dit niet geschied, dan had gevaar gedreigd voor bederf door afzanding en onoordeelkundige bebouwing. Zoo bestonden b.v. plannen tot voortzetting der afgraving van bovengenoemde „Rotsblokken”, waardoor de stedelijke bebouwing achter Heyen-oord nog meer voor den dag zou zijn gekomen, terwijl deze thans door oordeelkundige beplanting kan worden gemaskeerd, en, gezien van de hooge bouwlanden van Mariën-daal, geen vreemde noot in het landschap behoeft te vormen.

Verbetering en werkverschaffing.

De taluds — vooral de hooge gedeelten — zijn zeer gewilde wandelplaatsen. Hier is in werkverschaffing nog wel een en ander te verbeteren. Bij die verbetering dient intusschen de ruige begroeiing te worden ontzien, die hier in derf loop der jaren, mede door toedoen der vogels, is ontstaan. Ook moet er o. i. naar worden gestreefd, dat de eens zoo prachtige brem, die vooral op het Noordertalud in de laatste jaren erg heeft geleden, weer zooveel mogelijk wordt hersteld. In elk geval dient al wat naar gekunsteldheid en kunstmatigen aanleg zweemt, hier te worden geweerd. Wij kunnen nog mededeelen dat er door het gemeentebestuur van Renkum nog besprekingen worden gevoerd over het afstaan van de à niveau gelegen spoorwegbe-men te Oosterbeek aan de gemeente.

In de Arnhemsche Courant van 3 april 1939 staat deze foto met de tekst:.

De Stichting het Geldersch Landschap heeft na overleg met de Nederlandsche Spoorwegen verschillende terreinen met veel natuurschoon verworven, welke gelegen zijn langs de spoorlijn Arnhem – Oosterbeek. Een der verkregen terreinen, meer bekend als “De Rotsblokken”

Op de foto is, naast veel zand, ook het omheinde transformatorhuisje van de NS te zien

 

Op 16 september 1939 staat in de krant dat B en W van Arnhem in het kader van de Hinderwet onder meer bekend maken:

De N.V. Ned. Spoorwegen, gericht tot H. M. de Koningin, om vergunning tot uitbreiding van haar electrisch onderstation tot omzetting van draaistroom in gelijkstroom, op het terrein „De Rotsblokken” aan den Diependalschen weg, Kad. Sectie P No. 3016 ged.,gelegen aan den spoorweg Arnhem-Utrecht, door het daarin bijplaatsen van 1 gelijkrichter-transformator van 1800 kWA., 1 gelijkrichter van 1000 kW., 8 motoren van resp. 0,75, 4, 0.4, 0.45, 0.3, 0.36, 4 en 4 kW en 1 roosterspanningsomvormer van 0.36 kW.;

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1973 – 1984 ’t Voetspoor in Presikhaaf

De groep richt in 1966 een tweede horde op om daarmee

      • het aanbod van padvinderij in het snel groeiende stadsdeel Presikhaaf van de grond te krijgen.
      •                      de doorstroom van welpen naar verkenners te vergroten

De leiding bestaat uit vlnr  Toon van Essen, Jan Haring (Akela) met naast hem Akela Venstra (ADC-W), Bep Dormits en Frieda Velthorst. In het Verenigingslokaal boven de school in de Scheldestraat komen ze zaterdag ’s morgens bijeen.

De Wichard van Gelregroep had, net als een aantal andere NPV-groepen groepshuis op Alteveer. Die concentratie van groepen in het noorden van Arnhem was op termijn niet gunstig voor het aantal leden. Dat liep langzaam terug en toen ook nog het terrein ontruimd moest worden om plaats te maken voor uitbreiding van het Burgers Dierenpark, werd door hen in 1967 besloten om samen te gaan met de Geuzen. Deze horde wordt, onder leiding van Akela Hans Kolkman en zijn vriendin Thea van der Brand, Margot Kraay en Geuzen verkenner Chris Schönthaler, deze 3e Geuzenhorde. Deze horde  zaterdagsmiddags ook van de accommodatie boven de school in de Scheldestraat gebruik maken. Dit komt de groep goed van pas, want de ochtendhorde was overvol en er was een ledenstop.

De noodzaak werd steeds groter om een eigen groepshuis in Presikhaaf te realiseren.

De voorbereidingen voor dat eigen groepshuis starten in 1968.

Het Stichtingsbestuur stelt met behulp van ouders een bouwcommissie samen die bestaat uit: W. Brandt als voorzitter,   J. Rozema, (de vader van Beeuwe), is secretaris/ penningmeester. Leden zijn W. Grootenboer (de vader van Gerjan en … ), H.L. Haalboom (de vader van Herman) en J.E. Meyer  (de vader van Sjaak).

Het blijkt dat de NPG Padvindstersgroep De Lichtdraagsters ook graag een groepshuis bij Presikhaaf zouden willen hebben! Hoe het contact met hen tot stand is gekomen is niet meer te achterhalen.

Vijf jaar later was de klus geklaard

Dankzij de volharding van de vaders Herman Mooy  (op een foto van 1979 links) en Wouter Grootenboer (rechts)

kon op 17 februari 1973 “ ’t Voetspoor” in Presikhaaf ” door districtsvoorzitter dr. Gerrit Ruitenberg geopend worden. Hij had in 1960 de Gilwellcursus voor verkennersleiders in Ommen gevolgd, toevallig gelijk met groepsvoorzitter Tim Krooneman.

De leden van de bouwcommissie ontvingen deze schotel, doorsnede17,5 cm, ter herinnering aan hun inzet voor de realisatie van de gekoppelde groepshuizen.

 

 

 

 

 

 

 

 

Het clubhuis ’t Voetspoor wordt in 1984 verkocht aan de Andre de Thaye groep.

 

1949-1952 De bouw van troephuis “De Rotsblokken”

Op 17 maart 1948 wordt “Stichting De Geuzen” opgericht door de ouders E.O. Haufe, H.C. Boomsma en groepsleider mr. A. Stigter. De Scouting-activiteiten vinden zoveel mogelijk buiten plaats, maar een onderkomen is noodzakelijk. In 1949 besluit de oudercommissie tot de bouw van een eigen troephuis. Het was de heer W.F. Bonardt, vader van verkenner Wim, die op verzoek van het stichtingsbestuur de plannen wilde maken.

Stichting Het Geldersch Landschap stelt in 1949 in het gebied de Rotsblokken een terrein “om niets” voor 50 jaar ter beschikking. Het ligt tussen de spoorbaan Arnhem – Utrecht en de Diependalseweg in het landgoed Mariëndaal.

De vader van Toon van Essen in witte schilders-overall en hoed op

Op een zolder, ergens in de Weerdjesstraat, wordt een timmerwerkplaats ingericht waar vaders in de avond-uren, na hun dagelijkse werk, kozijnen, ramen, deuren en kisten kunnen maken.

In die jaren was er een 45-urige werkweek. Dat betekende dat men alleen zater-dag ’s middags op het terrein aan de Diependalseweg werkzaamheden kon verrichten

Het gebouw dat  de heer Bonardt ontwierp had enkel-steens muren

Die stenen die daarvoor nodig waren moesten op de puinopslagplaats aan Westervoortse-dijk uitgezocht, gesorteerd en opgetast worden.

In december 1949 werd begonnen  met het uitzetten van het gebouwtje. Voor dit uitzetten moest een bultje grond verzet worden.

De opgetaste stenen moesten met een handkar vanaf de Westervoortsedijk naar het bouwterrein op Heijenoord vervoerd worden. Daar moesten eerst de oude cementresten door vaders en verkenners afgebikt worden voordat de stenen gebruikt konden worden. Geen aantrekkelijk werk!!

Dhr. Bonardt hield af en toe een bouwlogboek bij. Een transscriptie van de eerste pagina is hieronder weergegeven.

Zo.     4 sept 1949              Oude deuren, -ramen en -kozijnen opmeten

Ma.    5 sept 1949              Vergadering oudercommissie  o.a. besloten met de bouw een aanvang te nemen.

Za.   10 sept 1949              Aanwezig: HH Stigter, Dijkhuizen, Haufe, Belderok en Bonardt.  Zolder opgeruimd, aangevoerd hout en draadnagels geborgen. Een deel van de cement boven gebracht en een werkbank gemaakt. Verkenners brachten slijpsteen en voerden de zakken vuil weg.

Vr.     11 nov 1949             Aanwezig: HH Stigter, van Essen, Kolthof en Bonardt. De coullise voor de feestavond op 12 Nov.’49 kwam gereed. Doordat enige menschen vroeg naar huis wilden en meer aandacht voor de komende feestavond was, werd besloten half tien te eindigen.

Ouders en oudere verkenners bij het uitzetten van het gebouwtje

Za.     10 dec 1949              Aanwezig; HH Belde-rok, van Essen, Boomsma, Kuyvehoven, terwijl later kwamen de heren Dijkhuizen en Stigter en 4 patrouilleleiders. Aanvang gemaakt met het uitzetten van het gebouwtje. Voor dit uitzet-ten een bultje grond verzet.

 

Vr.     6 jan.   1950              Aanwezig HH Stigter, Krooneman, van Essen en Bonardt. Voort gegaan met het maken van de raamkozijnen voor de vleugels.

Za.     11 feb 1950              Bouwplaats Aanwezig HH Boomsma, Belderok, Bonardt, vaandrig van Gils en verkenners. Voort gegaan met de ontgraving van de fundatie. Waterleiding geul op diepte ontgraven en de ……voor watermeterput aangebracht.

1950 op het terrein van De Rotsblokken is de heer Bonardt (links) de grond aan het verzetten voor de aanleg van de fundering. Verkenners zijn de cementresten van stenen uit het Arnhemse puin aan het afbikken

Puin opslagplaats Westervoortsedijk: Aanwezig HH Stigter, Haufe, Dijkhuisen en enige verkenners: voort gegaan met het zoeken, sorteren en optassen van hele stenen.

Wo.   15 feb 1950              Waterleiding wordt gelegd.

Za.     25 feb 1950             Bouwplaats Aanwezig  Hr Bonardt met slechts 1 à 1,5 uur 5 verkenners. Begonnen met het bikken van de, in de afgelopen week, aangevoerde stenen.  Puin opslagplaats Westervoortsdijk, Voort gegaan met het zoeken en optassen van steen. Aanwezig waren HH Stigter, Dijkhuisen en verder (de) troep.

Van afgebikte stenen is niet een strak muurtje te maken. Links verkenner Jan Belderok, rechts dhr Bonardt

Op bovenstaande foto is een deel van een één-steens buitenmuur te zien. Geen fraai metselwerk. Daarom is het begrijpelijk dat de buitenmuren met een cementlaag bedekt zijn, waarin met takkenbossen een ruw profiel is aangebracht.

Dhr Boomsma (met schop) en anderen zijn ook bezig met sleuven te graven. Op de achtergrond het huis van de familie Holterman, daar achter de woningen aan de Heijenoordesweg

Za.    13 mei 1950              Voortgegaan met stenenbikken waarvoor de jongens zich bitter weinig inspanden en de vaandrig een slecht voorbeeld toonde.

Za.    7 okt    1950              Aanwezig HH: Stigter, Krooneman, Cornelese en Bonardt. Eén patrouille werkte mede.  De betonnen ring voor de gierput werd achter het gebouwtje gerold en gedeeltelijk ingegraven

Wo.  21 feb 1951               De lambrisering in het welpenlokaal kwam nagenoeg gereed. Voort gegaan met het schouwtje

 

Het stellen van de kozijnen

 

 

 

 

De foto’s zijn gemaakt door Ton Stigter.

Omdat het animo van de vaders, om het dak zelf aan te brengen, erg gering was (het aantal ouders dat aan de feitelijke bouw meewerkte was te gering), heeft een aannemer die klus geklaard.  Daardoor kon voor de beoogde openingsdatum dit werk afgesloten worden.

Zowel in het welpen- als verkennerslokaal was een schouw aangebracht. Bij het stoken van een houtvuur bleek helaas dat de lokalen zich niet met warmte maar met rook vulden !

Toch prachtig dat door zoveel zelfwerkzaamheid dit troephuis tot stand is gekomen!

1952 Opening troephuis “De Rotsbokken” op zaterdag 12 juli

Na een periode van 2,5 jaar jaar kon het nieuwe groepsonderkomen van De Geuzen, de “Rotsblokken” officieel geopend worden. Alle leden hadden zich daarvoor eerst verzameld op de Heijenoordseweg ter hoogte van de villa Heijenoord.

Omdat de groepsdas (half blauw, half grijs) snel verschoot straalde deze geen eenheid uit. Daarom kregen alle groepsleden eerst een nieuwe, geweven groepsdas “Hay and Leith” omgehangen, voordat zij achter de Veluweband naar “De Rotsblokken” marcheerden.

Een feestelijk begin van deze belangrijke dag voor de groep: een eigen onderkomen aan de rand van het landgoed MarIëndaal.

De Veluweband o.l.v. tambourmaître Henk Mugge ( de broer van Akela Iet Mugge) heeft alle welpen, verkenners en leiding van de Geuzen bovenaan de Heijenoordseweg “opgehaald”.

Na de horderoep en het lezen van de padvinderswet, hesen Pim Cornelese en Tim Krooneman de Nederlandse vlag.

De voorzitter het Stichtingsbestuur C.W.J de Heer heet alle leden, ouders en genodigden van harte welkom.

Hopman Stigter bedankt de vaders die langdurig heel veel werk verzet hebben om dit troephuis te realiseren. Daarvoor is “een orde van de bedelpenning” ingesteld. Pim Cornelese maakte het ontwerp. Helaas is de in messing gegoten penning nog niet klaar. Daarom krijgen de heren E.O. Haufe, L.P. Krooneman, A. van Essen en C.W.J. de Heer, tijdelijk een kopie van de ontwerptekening. Stigter reikt aan de heer Bonardt het dankbaarheidinsigne van de Nationale Padvindersraad uit.

 

De ouders die veel werk verzet hebben om “de Rotsblokken”t e realiseren, krijgen als dankbetui-ging van Obaas Stigter de Geuzen-bedelnap uitgereikt. Op de eerste rij van de toeschouwers zitten achter dhr L.P.Krooneman vlnr:  mevr, Haufe, de kinderen van hopman Stigter : Mieke en Jan. Achter hen zit hun moeder en daarachter mevr. Nathans.

Op de foto ontvangt Dhr L.P. Krooneman het kaartje met het ontwerp van de Geuzenbedelnap. De onderstaande definitieve gegoten uitvoering werd hem enige tijd later overhandigd.

Districtscommissaris Dr. van Griethuysen opent het troephuis. ADC-Verkenners ten Broeke, hij bezoekt de troep in deze jaren regelmatig, is ook aanwezig, hij bezoekt de troep in deze jaren regelmatig.

Oûbaas Stigter schrijft in een extra editie van de Geus ter gelegenheid van de opening “Ik ben er zeker van dat onze groep, nu zij een eigen, en naar ik geloof, goed bruikbaar huis heeft, een goede toekomst tegemoet gaat.”

In het welpenlokaal (een ontwerp van vader Krooneman) had ieder nest zijn eigen “hol”. De toegang bestond uit een lap tentdoek, geverft in de kleur van het nestdriehoekje en daarop de wolvenkop van het installatieteken geschilderd.

Het geheel ziet er leuk uit, maar bleek niet zo praktisch in het geval het buiten te nat of te koud was. Er was binnen te weinig speelruimte.

 

1963 Opening uitbreiding “De Rotsblokken” 26 oktober

De voorzitter van Stichting De Geuzen. mr. Zevenbergen spreek allen toe.
Vlnr.: Jaap en Lien Duisterwinkel, Peter van Staa, Annet Noor, Han Scheffers, (een deel van) Huib de Heer, Tim Krooneman, Harm Dekker en Rob Gerritsen (APV)

De groep arriveert achter de Arnhem Band op het voorterrein van de Rotsblokken.

Midden onder: Maarten de Jonge.
Voor de haag: Dhr van Haarst (met hoed) en voor hem zijn vrouw, op de foto rechts van hem Dhr Bokkelkamp. De leider achter de berkenboom: Frits Hiddink.
Een deel van de voor die dag gepionierde poort naar het achter-terrein.
De verkenners vlnr Jaap Suringa, Han te Selle, Henk Otten, Rob Veenvliet en Ton Jager
Het nieuwe welpenlokaal

 

1978 Uitbreiding van De Rotsblokken t.b.v. de Zabedogroep

Medio 1973 komen op een zaterdagmiddag twee leidsters, mevr. Wilma J. Smit-Heuseveldt en mevr. Diny de Jong-Buurman, resp. groepsvoorzitster en leidster van de Zabedogroep vragen of het mogelijk is dat hun groep zaterdag ‘s morgens in De Rotsblokken bijeenkomsten kan houden.

(Zabedo = Zal best doen), is een Scoutinggroep voor gehandicapte padvindsters (opgericht op 26 april 1962 en was één van de 5 groepen in Arnhem van het NPG, naast Kastanje-, Oranje-, Rijngroep en Lichtdraagsters),

Dat medegebruik moet mogelijk zijn, maar het troephuis is daar niet op ingericht.

  • géén invalidentoilet,
  • een trapje tussen de hal en het welpenlokaal.
  • de buitendeur  in de hal is te smal.

Het Stichtingsbestuur en de groepsraad vinden het een goed idee om zo de Zabedo te kunnen helpen en gaan akkoord.

De bijeenkomsten worden in het welpenlokaal gehouden omdat men daar met de rolstoelen door de openslaande deuren naar binnen kan. Het Stichtingsbestuur neemt actie om de toegangsdeur naar de hal te verbreden en het trapje te vervangen door een helling.

In 1975 wordt besloten om de Rotsblokken zodanig te gaan verbouwen voor de Zabedogroep dat het gebouw voldoet aan de eisen van het de Stichting Nationaal Fonds tot bevordering van de revalidatie. Omdat de Stichting Zabedo vanwege het ondersteunen van gehandicapten een beroep kan doen op fondsen die voor de Geuzen niet toegankelijk zijn, worden de stichtingsakten van beide groepen aangepast.

Op 20 april 1976 verkrijgt de Stichting Zabedo toestemming van de gemeente Arnhem om het groepshuis van de Geuzen aan de Diependalseweg 3 te verbouwen. Met de verbouwing van de Rotsblokken wordt in 1977 gestart.

Op 3 juni 1978 opent Burgemeester Roelen de uitbreiding van De Rotsblokken. Groepsvoorzitter Jan Prenger en Diny de Jong van de Zabedo tonen hem de uitbreiding.

Ook de Luctor et Emergo wil gebruik gaan maken van de Rotsblokken. Het beheer van het groepshuis  wordt de verantwoor-delijkheid van een beheercommissie waarin vertegenwoordigers van Geuzen, Zabedo en Luctor et Emergo zitting hebben. Een verdeelsleutel voor de exploitatiekosten wordt gehanteerd: 50 % ten laste van de Geuzen / 20 % Zabedo / 30 % Luctor. Leden van die commissie waren vanuit de Luctor o.a. de stichtingsvoorzitter van de Luctor, Joop Rotteveel, Wil Hogenstijn en Jan Verhoeven. Mevr. Henny Vleeming-Kuiper, een ouder van De Geuzen, is de beheerd(st)er van de Rotsblokken.

De Uitbreiding “de Rotsblokken” wordt in 1979 in beeld gebracht