Categorie: Verkenners

1946-1960 Sint Jorisdag 23 april

Tijdens mijn Scoutingtijd (1949-1978) bij De Geuzen

werd op 23 april de jaarlijkse Sint Jorisbijeenkomsten gehouden.

Dat hield aanvankelijk in dat je ’s morgens om 7.00 uur in correct uniform, de eerste jaren was dat dus met korte broek, aanwezig moest zijn op het Ronde Weitje aan de voet van de Belvedère in Sonsbeek. Daar kwamen de welpen en verkenners van de meeste groepen van het district Arnhem van de NPV bijeen. Na het hijsen van de Nederlandse vlag en de horderoep gaf de districtscommissaris uitleg

over de betekenis van St. Joris. Tenslotte kregen alle aanwezigen een rode tulp, als symbool van het bloed van de draak die St. Joris verslagen had. Die dag liep je in uniform en zo ging je ook naar school.

’s Avonds kwamen De Geuzen op De Rotsblokken weer bijeen rond het kampvuur. Daar werd gezongen, de legende van Sint-Joris werd verteld afgesloten met het vernieuwen van de welpen- en de verkennersbelofte.

Na de fusie van de 4 Scouting verenigingen in 1972, kwamen de jongensgroepen niet meer in Sonsbeek bijeen. Enkele keren kwam men nog bijeen op de Grote markt. Scouting Nederland probeerde één nieuwe vorm te vinden als vervanger voor van Sint Jorisdag (23 april) en Baden Powelldag (22 februari). Scoutingdag werd dat genoemd.

Op zoek naar meer informatie over Sint Jorisdag kwam ik deze uitgave van het blad De Verkenner tegen. Toevallig een uitgave van het jaar dat De Geuzen opgericht werden: 1946.

De tekst onder de foto op het voorblad luidt:

Zo, in het diepste geheim, hernieuwden wij in de oorlog op elke St. Jorisdag onze Belofte. Dit jaar vieren wij, Nederlandse Padvinders, weer voor ’t eerst in vrijheid de dag van onzen schutspatroon.

De inhoud van dit nummer van de verkenner kun je hier inzien

In de Arnhemsche Courant werd jaarlijks aan Sint Jorisdag aandacht geschonken

1946

1953

Het is vandaag St. Jorisdag, en dus wemelde het vanmorgen in Arnhem van voortrekkers, verkenners en welpen, die zich opmaakten om deze dag te gaan gedenken, om hun belofte bij de installatie afgelegd te gaan hernieuwen. Om zeven uur verzamelden zich de padvinders van „De Nederlandsche Padvinders” op de Grote Markt rond de vlaggemast. De Veluweband was opgemarcheerd met tromgeroffel en trompetgeschal tot vlak bij de mast, waar de twee vlaggen — het rood-wit-blauw en de witte vlag met het grote rode kruis — klaar lagen om gehesen te worden. In carré hadden de padvinders zich opgesteld om te luisteren naar de districtscommissaris, dr. B. G. van Griethuijsen, en naar ADC-W R. Giethoorn. Deze laatste wees op het belang van de padvlnders-belofte en sprak de hoop uit, dat ook het komend jaar een goed padvindersjaar zou worden.

Inmiddels verlieten de Katholieke Verkenners de St. Martlnuskerk, waarom zes uur vanmorgen een dienst wasgehouden. De districtsaalmoezenier, pastoor Schinkel, had een korte preek gehouden. Daarna trok de stoet — de Arnhem-band voorop — naar het voorplein van MusisSacrum. Ook de Katholieke padvinders stelden zich in carré op voor de vlaggenparade. Commissaris J. B. Max stak dé jongens een hart onder de riem met het oog op het komende jaar. Een traditionele plechtigheid gelegenheid van deze dag een rode tulp, de St. Jorisbloem.

De traditionele plechtigheid geschiedde in alle vroegte, toen Arnhems straten nog verstoken waren van het vele, drukke verkeer. De lentezon verleende rijkelijk medewerking aan dit plechtige padvindersfeest. Moge vanavond de maan breed aan de hemel staan als bij de verschillende troephuizen de kampvuren oplaaien, alles ter ere van St. Joris, het lichtend voorbeeld voor alles wat ooit de padvindersbelofte afgelegd heeft.

1954

 

 

1955

1956

 St. Joris

Het is vandaag alweer een indrukwekkend aantal eeuwen geleden dat Sint Joris de draak versloeg. Draken zijn nu eenmaal oud (en taai). De padvinders zullen het echter nooit vergeten. Deze strijdbare heilige, St. Joris, is hun held en het symbool van hun streven. Vanmorgen waren ze er vroeg voor opgestaan en om zeven uur was het appèl op het Ronde weitje in Sonsbeek waar de vlaggen plechtig in top gingen en de viering van St. Jorisdag begon. De foto geeft een indruk van deze vroege plechtigheid.

 

St. Joris in Arnhem

Volgens de traditie vieren de Arnhemse padvinders op 23 april a.s. Sint Joris-dag, samen met hun broederspadvinder over de gehele wereld. Sint Joris is voor de padvinders n.l. het ideaal: de ridder, die er op uit trok om de draak te bevechten. Op St. Jorisdag hernieuwen de padvinders over de gehele wereld aan hun kampvuren de belofte die zij vroeger aflegden. En hierdoor is deze dag bij uitstek de gebeurtenis, waarbij de nadruk wordt gelegd op de wereldbroederschap. Als voorbereiding op deze dag wordt zondagavond 22 april in de Koepelkerk te Arnhem een Padvindersaandacht gehouden, o.l.v. ds. W. F. Jense, Evangelisch Luthers predikant te Apeldoorn. Deze Aandacht, die om 19.00 uur aanvangt, is bedoeld voor alle welpen, verken-ners en voortrekkers, alsmede voor de leden van het Nederlands Padvindsters Gilde. Ook belangstellende zijn hartelijk wel-kom.

De viering van St. Jorisdag wordt op 23 april ingezet met een vlaggenparade, welke plaats vindt op het Ronde Weitje. Des morgens om 7 uur komen welpen, verkenners en voortrekkers met hun leiders daar bijeen om tezamen de vlaggen te hijsen. De traditionele rode tulp wordt hier uitgereikt. Gedurende de verdere dag zal door alle padvinders het uniform worden gedragen. Des avonds houden alle groepen hun kampvuur, waarbij de belofte wordt hernieuwd.

 1960

Padvinders vierden Sint Jorisdag

Meer dan duizend padvinders: voortrekkers, verkenners en welpen, de Arnhem-Band van de Veluwe-verkenners, verkenners van de N.P.V. en de V.K.J.B. stonden vanmorgen ruim zeven uur op de Grote Markt in de gure wind aangetreden voor de jaarlijkse Sint Joris-viering en voor de viering van het gouden jubileum van de padvindersbeweging in Nederland. Ze waren vanmorgen al vroeg uit de veren; de katholieke verkenners hadden tevoren de Heilige Mis in de Sint Walburgkerk bijge-woond. De Arnhem-Band trommelde in de koude morgen de langslapers wakker. Aangezien de K.R.O. de korte plechtigheid op het marktplein uitzond, was alles getimed, gingen prompt kwart over zeven de vlaggen in top en werd de verkennerswet gelezen.

De districtscommissaris van de VKJB, de heer J. B. Max, hield een korte toespraak, waarin hij op kernachtige wijze zei dat oudere mensen zich veel met de jeugd bezighouden. Het is zo belangrijk dat jullie het spel spelen. De ouderen vragen zich af: is dit spel er nog wel? Hier is het antwoord. Dit spel moet je spelen met je gehele hart en daarom moet een beroep worden gedaan op leiders en leidsters die dit spel enthousiast willen spelen. De heer Max liet Tom Bouws, die de jeugduitzendingen van de KRO verzorgt, naar voren komen en overhandigde hem voor het front van de padvindersgroepen de zilveren Jacobs-staf wegens zijn grote verdiensten voor de padvinderij in ons land. Twee zeeverkenners van de Miguel Pro-groep uit Arnhem offreerden de gehuldigde bloemen. De Sint-Joristulp werd uitgereikt; de bloemen die over waren gaan naar zieke padvinders en naar allen die gaarne op deze dag een geschenk van de natuur wensen.

Districtscommissaris ir. F. F. Venstra van de NPV sprak een kort slotwoord, de Sint Jorisboodschap voorlezend. In 1910 werden de eerste Nederlandse verkenners geïnstalleerd. En daarom staan vanmorgen 80.000 Nederlandse padvinders tegelijktijdig onder de vlaggen geschaard om de Sint Jorisdag én ons jubileumjaar te openen. Zij wensen ons een plezierig ju-bileum toe, maar verbinden daaraan de wens dat wij ons dit jaar allen van onze beste zijde zullen laten zien. Houdt de padvinderswet in ere en probeer te doen wat we bij onze installatie en de belofte hebben toegezegd. Laten we vooral een echte pad vinder zijn en laten we doen wat beloofd is. Als vanavond het kampvuur is gedoofd, laat dan niet de padvinders-geest doven, zei ir. Venstra.

Districtscommissaris Max sprak er ten slotte zijn blijdschap over uit dat de katholieke verkenners thans 35 jaar in de Nederlandse padvinderij meespelen. De viering was begonnen met de horde-roep. Het “Hoort zegt het voort” was gezongen en men besloot de plechtigheid met het zingen van het eerste couplet van ons volkslied.


Sint Joris en de draak-

Een moderne bewerking van het verhaal van de drakendoder

Uit: Volksverhalen Almanak

 

Lang, lang geleden gebeurde er elk jaar iets vreselijks in een stad, gewoon hier in Nederland. In die stad, die we nu kennen als Ridderkerk, leefde toen een hele enge draak. Een draak met wel vier koppen en een vreselijke adem. Deze draak wilde elk jaar een mooi jong meisje om haar lekker op te peuzelen. De koning van die stad was wel rechtvaardig, want elk jaar deed hij alle namen van de meisjes in de stad in een grote ton en werd er eentje getrokken. Dat meisje was dan degene die naar de draak werd gestuurd.

Elk jaar waren de bewoners bang; welk meisje zou het lot dit keer aanwijzen? Ook nu kwam de draak weer te voorschijn en eiste een mooi, jong meisje. Op een vol plein bij het kasteel trok de koning het lot.

Hij schrok zich een hoedje, want op het lot stond de naam van zijn dochter, de prinses. Wat nu? Hij kon niet snel een nieuw lot pakken, want iedereen was aan het kijken. Hij moest zijn dochter wel cadeau doen aan de draak. Wat vreselijk! Hoe moest hij dat aan de koningin vertellen? Zijn vrouw wou er niets van weten en vroeg de koning om een oplossing te bedenken. Al ijsberend door het kasteel bedacht hij iets.

“Ik zal alle ridders de uitdaging geven de draak te doden en als beloning mag de ridder die de draak doodt met onze dochter trouwen.”

Zo gezegd, zo gedaan. Een boodschapper ging de stad door op zoek naar dappere ridders, die de draak wel wilden doden. Maar niemand durfde.

Er was één man in de stad die de draak wel durfde doden, maar hij was maar een gewone schildknaap en geen ridder. Die man heette Joris. Joris meldde zich toch maar bij de heraut. “Ik wil die draak wel doden!” zei Joris. De heraut ging terug naar de koning en vertelde hem wat Joris had gezegd. De koning vond het goed en al snel ging het in de hele stad rond, dat Joris zijn leven ging wagen voor de dochter van de koning en al die mooie jonge meisjes, die de draak de jaren erna nog zou opeisen. Joris had echter een probleem: omdat hij geen ridder was, had hij helemaal geen ridderuitrusting. Hij had geen zwaard, geen schild, zelfs geen paard. De koning leende hem zijn spullen uit en gaf hem raad. Onder applaus van de mensen uit de stad ging hij op zoek naar de draak.

Joris dwaalde op het paard van de koning rond op zoek naar de draak. Opeens stopte het paard met lopen en Joris zat ineens stokstijf stil. In de verte hoorde Joris de draak brullen en grommen: “Waaaaauuuuw!”

Joris was een stoere held, maar werd nu toch wel bang, toch dacht hij er niet over om nu terug te keren naar de koning en te melden dat hij niet durfde. Nee, dat zou te gemakkelijk zijn. Joris gaf zijn paard de sporen en het galoppeerde in de richting waar het geluid vandaan kwam. Plotseling stopte het paard. Joris keek tegen het grote, lompe lichaam van de draak aan. De draak spuwde vuur en probeerde Joris van zijn paard te stootten. Joris pakte zijn zwaard stevig in de hand en zwaaide er driftig mee rond. Een hevige strijd begon. Zowel Joris als de draak leverden een zware strijd. Joris liep verwondingen op, maar vocht dapper door, daardoor raakte de draak op een gegeven moment ook gewond. Joris vocht voor zijn leven en voor het paard van de koning.

Na een paar uur strijd bracht Joris de draak de genadeklap toe en de draak viel kreunend en steunend dood neer. Joris had gewonnen. De koning had als eis gesteld dat Joris één van de hoofden van de draak zou meenemen als bewijs dat de draak echt dood was. Joris’ zwaard hakte het hoofd van de draak in een slag af en hij nam het mee naar de koning.

Toen de mensen in de stad Joris aan zagen komen, ging een luid gejuich op. “Lang leve Joris!” riepen de mensen.

De koning kwam zijn paleis uitrennen, gevolgd door de koningin en de prinses. Joris gaf het hoofd van de draak aan de koning.

“Gefeliciteerd,” zei de koning, “jij bent een echte held! Nu mag je met mijn dochter trouwen en ben je voortaan een echte ridder.”

De koning sloeg Joris tot ridder en vanaf toen heette Joris Sint Joris. Hij trouwde niet met de dochter van de koning, want hij was teveel gehecht aan zijn vrijheid. Maar hij leefde nog wel heel lang en gelukkig!

1953 Mijn eerste verkennerskamp

Het eerste verkennerskamp waar ik, 12 jaar oud, aan deelnam was in de zomervakantie van 1953.

De verkennerstroep van De Geuzen hield dat jaar voor het eerst een zomerkamp aan/bij het water in Giethoorn. Hopman Zweers had tijdens zijn werkzaamheden daar een aardig plekje ontdekt in een weiland naast Café Restaurant “de Waterlelie”.

De verkenners gingen altijd per fiets op kamp, maar 100 km fietsen vond de leiding voor de 12-jarigen te ver. Wij gingen daarom samen met oûbaas Stigter eerst een stuk met de bus. In die tijd nam de busmaatschappij de Gelderse Tram Wegen nog fietsen mee boven op de achterzijde van het dak van hun bussen. Bij de GTW-opstel-plaatsen in de Coehoornstraat, tegenover het station in Arnhem, werden onze fietsen opgeladen. Wij met onze bagage, waaronder een door mijn vader van een collega geleen-de slaapzak, in de bus en toen op weg naar Deventer.

Vandaar fietsten we via Olst en Wijhe naar Zwolle. In deze stad had de oûbaas aan de Deventerstraatweg familie wonen. We aten daar ons brood en rustten wat uit.

De route ging verder via onderstaande brug over het Zwartewater bij Hasselt naar   Zwartsluis en vandaar langs de Arembergergracht. Onderweg kwamen we de eerste 2-planks bruggetjes tegen die zo kenmerkend voor deze streek zijn.

In Beltschutsloot werden we met dit, met de hand getrokken, pontje naar de overkant van de Arember-gergracht gezet.

Over smalle fiets-paadjes en dito bruggetjes ging het verder. Met je bagage op je kleine fiets was het wel eng om op zo’n bruggetje te fietsen. Je kon soms op de op- en afrit van zo’n brug je voorwiel niet op de grond houden vanwege het gewicht van je bagage. Je werd trouwens ook moe, want zo’n inspannend stuk had je nog nooit gefietst. Het kon dan ook niet uitblijven dat bij het afrijden van het zoveelste bruggetje ik met mijn voorwiel van de plank af reed en voorover van mijn fiets duikelde. Gelukkig kwam ik niet in het water terecht, waar wel met mijn hand in het prikkeldraad. Pleister er op en weer verder.

Tussen Beulaker- en Belterwijde lag gelukkig weer een breed zandpad[1] met daarnaast, middels paaltjes afgezet, een schelpenpad voor fietsers. waarover je bij de Blauwe Hand kwam. Vandaar was het nog slechts enkele kilometers naar ons terrein naast Café Restaurant de Waterlelie[2]. Deze ansichtkaart stuurde ik naar mijn ouders, waarschijnlijk op hun verzoek…. De oudste verkenners hadden inmiddels de tenten al opgezet.

De patrouille de Eekhoorns, daar hoorde ik bij, kwam in een één-stoks ronde tent (in camouflage-kleuren) te slapen: de “lekke onderzeeër” noemden ze hem. Dat beloofde weinig goeds bij regendagen. Ik had trouwens wel een klein probleempje. Thuis had ik nog steeds de gewoonte om op mijn rechter ring- en middelvinger te zuigen om zo in slaap te vallen. Ik vond zelf dat je dat bij de verkenners niet meer kon doen; de andere jongens zouden me waarschijnlijk uit lachen. Maar gelukkig viel het mee, ik was te moe en viel in slaap zonder op mijn vingers te sabbelen. Sinds dit kamp was deze gewoonte voorbij!

De leiding had voor dit kamp de jongens in drie patrouilles verdeeld. De gehele week hadden we de beschikking over twee houten punters. Eén patrouille mocht de gehele dag met zo’n punter, waarbij ook een zeil en een vaarboom aanwezig waren, op pad. De andere patrouilles wisselden elkaar tussen de middag af. Zij die ’s ochtends in het kamp bleven ruimden het kamp op en maakten de broodmaaltijd, de middagploeg maakte de warme maaltijd.

Het Bovenwijde (meestal uitgesproken als Bovenwiede) is een meer ten oosten van Giethoorn, ongeveer 2 kilometer lang en 1 kilometer breed. Het is ongeveer 1 meter diep, met uitzondering van het uiterste zuiden waar door zandwinning en het opspuiten van een recreatie- eiland in het midden, een veel grotere diepte is ontstaan. Het meer heeft over het algemeen een harde zandige bodem, waardoor er goed geboomd kan worden, wat vroeger ook veel gebeurde met behulp van punters, vlotten en bokken.

Een geweldige ervaring om, al bomende, met zo’n punter door het dorp te varen. Op het Bovenwijde kon je prima zeilen indien je wist hoe je met het zwaardje, tegen het afdrijven, moest omgaan. Want de punters hadden maar één zo’n zwaard, waarschijnlijk uit kosten overweging.  Bij het overstag gaan moest dat zwaard dan op het juiste moment én snel uit het water gehaald worden en worden omgehangen naar de andere zijde van de boot. Bij één van deze manoeuvres verloor de leider die bij ons aan boord was zijn polshorloge. Lange tijd hebben we met z’n allen, kijkend over de rand van de boot, de bodem afgetuurd. Nu, omstreeks 2000, zou je het niet meer geloven, maar toen was het water nog glashelder. We vonden het horloge niet, het was kennelijk onder het zand verdwenen.

Op een van de avonden was er met beide punters een vaartocht. Leiders en enkele jongens waren aan boord. Aan de overzijde van het Bovenwijde werd er op verzoek van de leiders aangeland voor een plaspauze. Angst voor de duisternis? Oûbaas Stigter, hopman Zweers en vaandrig Jorritsma (van de ZT?) gingen van boord.  Zachtjes voeren de punters weg van het eiland, zonder de plassers …. en keerden terug naar de kampplaats. Dikke pret natuurlijk! In de slaapzakken wachtte ieder-een af hoe het zou aflopen. Zouden ze lopende door het water gaan? Nee, op dat eiland stond een huis waar geen licht brandde en daar lag een punter naast. Die wilden ze gebruikten om terug te keren totdat uit een bovenraam geroepen werd! De oûbaas (een jurist) heeft zich verontschuldigd en uitgelegd wat er aan de hand was. De punter zou de volgende morgen terug gebracht worden. Hoe de reacties bij terugkomst waren kan ik me niet meer herinneren; waarschijnlijk was ik al in slaap gevallen.

Als je voor het eerst op zomerkamp[3] ging dan hoorde je de kampdoop te ondergaan. Dat gold ook voor ons. Op een avond werden de nieuwelingen, gekleed in hun zwembroek met daaroverheen een jas, door een leider naar het Bovenwijde gevaren. Daar aangekomen moest je over boord stappen, het is daar ongeveer 70 cm diep, en op weg naar Neptunus gaan. Een oudere verkenner getooid met een omgekeerde pan op z’n hoofd en een baard van riet vervulde de rol van Neptunus. Enkele anderen fungeerden vermomd als zijn secondanten. Zij smeerden je helemaal in met modder, kreeg dan een “vissendrol”[4] te eten en moest je dan onder water reinigen. De oudste jongens hadden de lol, de groentjes stonden te bibberen van spanning.

Deze foto is door buurman Trippensee genomen toen ik vermoeid op 1 Augustus 1953 thuis kwam. Van die jas herinner ik mij dat hij, evenals mijn fiets, tweedehands was.

 

 

 

 

 

 

 

[1] Later is over deze dam de weg Beukers-Blauwe Hand aangelegd.

[2] De ansichtkaart die ik in 1953 aan mijn ouders stuurde.

[3] Eind 2019 hoorde ik van mijn nicht Ria van Wier-Taanman: “Als jij met de scouting op stap was, heb ik vaak gelogeerd bij jouw ouders en Tom”

[4] Dat was een stuk nat gemaakt roggenbrood met veel zout en peper er in.

De foto’s van de GTW-bus, de brug bij Hasselt en het trekpontje zijn in 2021 van internet “geplukt”

1954 – 1978 De Airborne wandeltochten waar De Geuzen aan deelnamen

Door de komst van Lien Menkhorst, eind 1953, als assistent- welpenleidsters, zij woonde toen nog bij haar ouders, kwam de Airborne wandeltocht “in beeld”. Haar ouders woonden aan de Stroodorpweg in Oosterbeek. Lien maakte de andere leid(st)ers enthousiast om met hun speltak deel te nemen. Op de fiets kon je gemakkelijk bij haar ouderlijkhuis komen, waar voor de deur voldoende ruimte was om de fietsen “te stallen”. Vandaar was het maar een klein stukje lopen naar het startpunt in Hartenstein.

Zo kwam het dat de verkenners o.l.v. Vaandrig Jaap Duisterwinkel in 1954 voor het eerst met de Airborne wandeltocht meeliepen.  Lien vooraan naast haar vriend Jaap Duisterwinkel.

Alle foto’s zijn ook opgenomen in dit album dat in een privé account bij Myalbum is opgeslagen

1954 vlnr Jaap Duisterwinkel, Lien Menkhorst,?, ?, Koje van Leeuwen, Pim Cornelese (met zonnebril), ?, Hans Willemsen (beide handen in de zij), ?, Max Nathans
1958  Onder leiding van Lien Duisterwinkel-Menkhorst. achterste rij: Sebo Woldring, Chris Schönthaler, ….. middelste rij: ?, ?, Carl Visscher
Airborne tocht welpen 1960
1960: Vlnr zittend: ?, Henk Koenders, ? Theo Leibrandt, ? Bert te Selle, ?, ?, ?,Rob van Haarst,
Staand: Charles t’ Sas, ?, Baloe Pim te Wechel, Chris Schönthaler, Jos Bokkelkamp, Raksha Claudy Guthman, Rob Veenvliet, Carl Visscher, Joop Meijlink, Onno Dekker, Han te Selle, Joost Blasweiler, Dick Rijssemus, ?, Carel Jibben, ?, Akela Lien Duisterwinkel-Menkhorst, Sebo Woldring,
1960 Vlnr 1e rij: Henk Bongers, Nikie vd Theems, Jaap Purmer, Kees Purmer, Johan Markus, Jurry Kramer, Jan Prenger.
2e rij: Wim Duyts, Tonny Markus, Wim de Heer, Rob Hankel. Roel Meesters, Gerben Venema. Pieter Maarten Sinjou, Hans Reijmers, Kees van Rijn, Harm Dekker (TL), Huib de Heer (AVL)
1962 Linker rij: Jan Stigter, Jan Prenger, Joop Meijlink, Han te Selle, Ton Jager, Sebo Woldringh, Carl Visscher, Wim de Heer.
middelste rij: Jos Bokkelkamp, Hans Siebelink, Carel Jibben, Harm Jan Bosmans, Henk Koenders, Dick Rijssemus, Joop van Muilekom
rechter rij: Roel Meesters, Henk Bongers, Wim Launspach, Jurri Kramer, Onno Dekker, Chris Schönthaler, Kees Brenkman, Charles t’ Sas.
begeleiders Rob Hankel en Tim Krooneman
1962 de welpenhorde (achter de verkenners)
van voor naar achter
linker rij: ?, ?, Han te Selle, ?, Rob van Haarst, Hans Kappert (?), Theo Leibrand.
middelste rij: Paski Rokus, ????? Bert te Selle (helper)
rechter rij: ?????
onder leiding van de AWL’s Annet Noor, Peter van Staa en Han Scheffers.
1963 Linker rij van voor naar achter: Jos Bokkelkamp, Harm Jan Bosmans, Jaap Suringa, Hans Siebesma, Charles t’ Sas, Wim Launspach.
Middelste rij: Willem de Heer, Joost Blasweiler, Joop van Muilekom, Kees Brenkman, welp?. Han te Selle.
Rechter rij: Carl Visscher, Caspar Broeksma, Hetk Otten, Onno Dekker, Ton Jager, Joop Meijlink. begeleiding links Rob Hankel (AVL) en rechts Tim Krooneman (VL),
Kort achter de troep loopt de horde olv de AWL’s Annet Noor, Han Scheffers en Peter van Staa

 

1964 linker rij: Jos Bokkelkamp, Jaap Suringa, Joop van Muilekom, Paki Rokus, Henk Koenders, Ton Jager, Han te Selle.
middelste rij: Joost Blasweiler, Dick Rijssemus, Rob Veenvliet, André Kappert, -. – , Joop Meijlink.
rechter rij: Chris Schönthaler, Carl Visscher, Bert te Selle, Charles t’ Sas, Dick v.d. Brul, Han te Selle, Henk Otten
Achter de troep lopen de Rhedense Pioniers olv hopman Ben Lenselink

 

1966 linker rij: Kees Hulstein, Sim Blasweiler, ?, Hans Kappert, Jaap Suringa, Frits Hiddink (VT).
Middelste rij: Alan Geensen, Jacky van Besouw, ?, ?, Charles t’ Sas, ? (VT)
Rechter rij: Dick vd Brul, Hans vd Ham, Ronny van Muilekom, Sven Visscher, Jaap van Roon, Maarten de Jonge (VT),
Leiding: hopman Tim Krooneman en vaandrig Hans van Haarst. Op de voorgrond Bep Dormits-Menco en Frieda Velthorst, (AWL’s) horde Presikhaaf
1966 Horde Presikhaaf
linker rij: achteraan Bep Dormits
middelste rij: achteraan Frieda Velthorst
rechter rij: achteraan Bep Prenger
1966 Horde Heijenoord. linker rij:
middelste rij: Bert te Selle, ?,
rechter rij: Henk Douna, ?, ?, Abert Hans Wijnands, ?, ?, ?,
Jan Blasweiler
1967 linker rij: Dick v.d. Brul, Sim Blasweiler, Jan Blasweiler, ?, ?, ?, Frits Hiddink (AVL)
middelste rij: Hans van der Ham, Henk Douna, Albert Bosveld, -, -, ?, Wim de Heer (AVL)
rechter rij: Jacky van Besouw, Gerard Blacquière, Kees Brenkman, ?, ?, ?, Tim Krooneman (VL)

 

1967 Horde Heijenoord o.l.v. Akela Bep Dormits en Bep Prenger
Linker rij: Eric Wagemans, Bert Koenders; Rechter rij: ?, ?, Ronny Zilver, achteraan Jos Bokkelkamp ?
1967 linker rij: Dick v.d. Brul, Sim Blasweiler, Jan Blasweiler, ?, ?, ?, Frits Hiddink (AVL)
middelste rij: Hans van der Ham, Henk Douna, Albert Bosveld, -, -, ?, Wim de Heer (AVL)
rechter rij: Jacky van Besouw, Gerard Blacquière, Kees Brenkman, ?, ?, ?, Tim Krooneman (VL)
1968 linker rij : Albert Hans Wijnands, Leo Kroes, Henk Kramers , Gerard Blacquière.
middelste rij: Ronny Wissink, Rudy Huigen, -, Sim Blasweiler.
rechter rij: Jurri Willemsen, welp-gids?, Reinoud Koenders, Henk Douna.
achter de verkenners: Maarten de Jonge en Wim Harmsen er naast Tim Krooneman
1968 linker rij: ?
middelste rij: ?
rechter rij: Bert Koenders, ?, ?, ?, ?, Ronnie Zilver
onder begeleiding van Netty de Bie, Frits Hiddink, Cor Buter en…
moeder Koenders loopt ook een eindje mee.
1971 Van voren naar achter
linker rij: Jan Paul van Dooren, Albert Hans Wijnands, Fred Vleeming, ?, Gerard Blacquière,
middelste rij: Jan van Wees, Duco Dalenoord, ?, Rob van Haarst AVL)
rechter rij: Jurry Willemsen, Eric Wagemans, Roniie Zilver, ?, Jan Prenger VL),
naast de troep Tim Krooneman GL)
1972 Voorop Jan Hylkema en ?
linker “rij: ?, Ronny Houtriet, ?, Ronny Wissink.
middelste rij: Beeuwe Rozema, Paul Veenhuizen, ?, Roland van der Horst.
rechter rij: Rolf van Hamersveld, ?, Arnout Smit, Peter Veenhuizen.
1972  Horde Presikhaaf
1e rij: Jaap Henk Holland, Alfred Bruins, Iwan van Aken, ?, Sybren Strikwerda
2e rij: ?, Cesar Eisma, ?, ?, ?
3e rij: ?Mooi, ?, Andre Baak?, ?, ?
Leiding: links Jolande Franke (AWL), rechts Toon van Essen (WL)
1973 van voor naar achter,
Linker rij: Ronnie Zilver, Hans Bosman, René Schoenmaker, Duco Dalenoord. 
middelste rij: Eric Wagemans, Siebren Strikwerda, Max Franke, Hans Rutten.
rechter rij: Jan van der Wees, Jan Prenger (VL), Jan Middelhuis, ?.
1973  linker rij: Paul Maasbach, …. Bosch, Peter Drabbe.
middelste rij: Tom Vleeming, Martin Boer (?)
rechter rij: ?, Martin Brock
begeleiding door Erica Franke Hans v.d. Ham en Hans Kappert
1974   linker rij: Jan van der Wees, Ron Zilver, Paul Maasbach, Hans Vleeming, Sybren Strikwerda
middelste rij: Fred Vleeming, Ido Dormits, Gerard Bosch, Uko Gorter, Leo Dormits
rechter rij: Gerarl Maus, ?, Fred Helmink, Hans Bosman, Erik Wagemans
Voorop: Vaandrig Riksen
1975 1e rij: ?, Folkert Strikwerda, ?, Paul Rogmans, Geo Schurink, Tom Suttorp, Ype Strikwerda, Sybren Strikwerda. moeder Suttorp
2e rij: ? Schurink, Bob Suttorp, Vincen van Eekhout, Johan Heijm, ?, vader Woesthof, Martin Welker, moeder Strikwerda
3e rij: Marco Brillo, ?, ?, Bram de Goede, Constantijn Talens, Rob Woesthof, Bart Vastenburg, Andre Baak, vader Welker, vader Strikwerda
Onder leiding van Toon van Essen
1976 linker rij: Cesar Eisma, ?, ?, ?, Iwan van Aken
middelste rij: ?, Folkert Strikwerda, Bob Suttorp, Tom Suttorp, Eddy Dammers
rechter rij: Frank Coljee, Ype Strikwerda, Rob Woesthof, Pim Suttorp, ?
Leiding: Toon van Essen en Bart Vastenburg
1976 linker rij: Aart Nijhuis, Edwin Kramer, ?, ?, Frank Coljee, Marcel Werkman, Alex Coljee (?) , Willem de Heer (ZVL)
middelste rij: bijnaam Trijntje Flop, ?, ?, ?, Paul Veenhuizen, Peter Veenhuizen
rechterrij: Mathieu vd Waarsenburg (?), Ronnie Houtriet, Ed Hustinx, Jan Wim Bronkhorst, Beeuwe Rozema, ?, Arnout Smit, Bert Lans (AZVL)
begeleider: Jan Hylkema (AZVL)
1977 rechter rij: Andre Keijsers, Martin Lem, Robert Witjes, Wichard ten Westenend, ?, Eddy Dammers, Jan Prenger
middelste rij: Arno Joosten, Stephan Mohr, Ype Strikwerda, Robin Spaen, Eric Hortensius, Marco Holland, Hans Bosman
linker rij: Edwin Hortensius, Martin Boer, Alfons Westerink, Iwan van Aken, Marcel Schepers, Frank Spaen, Sybren Strikwerda
Tim Krooneman houdt het toezicht

1978 1e rij: Heiko Fokkens, Stefan Mohr, Edwin Hortentius, Robert Witjes, Eric Hortentius, Iwan van Aken, Alfons Westerink, Frank Spaen
2e rij: Ronnie Neuhaus, Jan Sanders, Andre Keijsers, ?, Martin Lem, Ype Strikwerda, Ido Dormits, Sybren Strikwerda
3e rij: Velthuis, Folkert Strikwerda, Arno Joosten, Nico Velthuis, ?, Tom Vleeming, Robbert Bosch, Gerard Bosch
Leiding Toon van Essen en Jan Prenger. Voorop Robin Spaen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1966 Horde Heijenoord   linker rij:
middelste rij: Bert te Selle, ?,
rechter rij: Henk Douna, ?, ?, Abert Hans Wijnands, ?, ?, ?,
Jan Blasweiler
1966 Horde Presikhaaf
linker rij:
achteraan Bep Dormits
middelste rij:
achteraan Frieda Velthorst
rechter rij:
Achteraan Bep Prenger
1966 De seniorverkenners op pad
vlnr: Joop van Muilekom, Chris Schönthaler, Jos Bokkelkamp, Han te Selle, Steven de Bie, Joop Meijlink, Carl Visscher.
1967 Horde Heijenoord o.l.v. Akela Bep Dormits en Bep Prenger
Linker rij: Eric Wagemans, Bert Koenders
Rechter rij: ?, ?, Ronny Zilver,
achteraan Jos Bokkelkamp ?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1967 linker rij: Dick v.d. Brul, Sim Blasweiler, Jan Blasweiler, ?, ?, ?, Frits Hiddink (AVL)
middelste rij: Hans van der Ham, Henk Douna, Albert Bosveld, -, -, ?, Wim de Heer (AVL)
rechter rij: Jacky van Besouw, Gerard Blacquière, Kees Brenkman, ?, ?, ?, Tim Krooneman (VL)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

17 x de Airborne wandeltocht gelopen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1946 – 1952 De Geuzen met hun blauw/grijze groepsdas

 

Vanaf het moment dat de groepsnaam “De Geuzen” werd, oktober 1946, droegen de leden deze blauw/grijze das. Dat  eindigde toen op 12 juli 1952 het troephuis “De Rotsblokken” in gebruik werd genomen.

De weinige foto’s waarop te zien is dat groepsleden deze das dragen, zijn in dit document verzameld.

Medio 1949 Tim Krooneman als Geuzenwelp, met zijn broertje Tom en een nichtje

 

Installatie van Dicky Trimpe-Burger tot Akela van De Geuzenhorde door groepsleider hopman A. Stigter
Het welpenzomerkamp 1951 werd samen met de Graaf Bernadotte gehouden. Akela Trimpe Burger staat 2e van links, de leider naast haar met de Geuzendas is ??. De leider die achteraan staat is Henk Mudde. Zijn zus Iet zal een jaar later de Dicky opvolgen als Akela

 

De Geuzenwelpen: in de achterste rij v.l.n.r.: 2e=Jaap van Rijswijk, 3e=Toon van Essen, 4e= Jan Maatman, 6e= Peter Brunt. De rij die begint bij Akela Dicky: 1e- Herman ten Benzel, 5= Lex Speelman. De overige 2 of 3 Geuzenwelpen ijn ????
1951 Sint Nicolaasfeest. staande welp rechts: Tim Kroone-man
De Djib-gids brengt de totem bij Akela voor het begin van de horderoep

 

De welpen vlnr: Tim Krooneman, Jaap van Rijswijk, Huib de Heer, Jan Maatman, Gerard Nijkamp en ??
Vlnr: onbekend, Wim Bonardt, Max Nathans, Pieter van Rijn, Hans Willemsen, Jaap Poll, onbekend, Ernst en Johan Haufe, Jacques Gans.
Op deze foto is te zien dat het gedurende de eerste jaren van de groep niet eenvoudig was om allemaal hetzelfde uniform te dragen. De ouders hadden het geld hard nodig om hun huishouden weer op te bouwen. Nieuwe blouse of broek en zeker de padvindershoed konden wel even wachten.

 

1951 – 2005 Een instabiele speltak voor 15-17 jarigen?

Na afloop van het Sint Joriskampvuur in Warnsborn op 23 april 1951 schrijft de 19 jarige vaandrig Jaap Duisterwinkel in zijn logboek over het besluit om de 3 patrouilles van de verkenners-troep naar leeftijd in te delen. De Reigers voor 15 jaar en ouder, de Valken 13-15 jarigen en de Eekhoorns voor de 12-13 jarigen.
Ook toen was het al duidelijk dat verkenners van 12 t/m 17 jaar niet goed samen in één troep passen.
Daar kwam in 1958 een structurele verbetering in toen de speltak Rowans bij de Katholieke Verkenners werd ingevoerd.
De Geuzen richtten in 1960 eerst de Wontollastam op en splitsten daarna in 1962 de troep in junior- en seniorverkenners. Nadat de senioren in 1966 zeeverkenners werden, viel de juniortroep terug naar de leeftijdsgroep 12-17 jarigen.
In 1981 werd de Rowanafdeling bij de Geuzen opgericht om het volgens jaar op te gaan in de stam…
In 1988 besluit het groepsbestuur niet opnieuw met Rowans gestart omdat er geen begeleiders beschikbaar zijn.
In het najaar van 1993 worden Explorers, de nieuwe naam voor Rowans en Sherpa’, geïnstalleerd. Vijf jaar later zijn ze niet meer aanwezig om na de eeuwwisseling weer even op te duiken.
In 2005 werd opnieuw gestart met Explorers (RSA-712) o.l.v Ido Dormits en daarna Sybren Strikwerda. In 2019 zijn daar 10 jongens en meiden lid van.
Mooi dat deze speltak toch steeds weer opduikt, want het blijft een essentiële schakel in de weg naar toekomstige leid(st)ers !

1958 Zomerkamp verkenners naast Hotel Mol in Giethoorn-Noord

Mijnheer Reymes brengt de kampeerspullen, aangevuld met hopman Pieter van Rijn en o.a. Tonny Boshuyzen en Rob Hankel, naar Giethoorn

Koken op een benzinebrander. Hans Reijmes en Donald Uges kijken toe
Zomerkamp 1958 naast Hotel Mol. Voorgrond links Rob Hankel
Op het Molengat puntert Tim Krooneman naar Hotel Mol in Giethoorn-Noord. Aan het roer Wolfert van Leeuwen.
Hopman Pieter van Rijn kijkt bezorgd naar het verbranden van het stro. vlnr Frans van Stalborgh, Leo van der Heu, Tony Boshuizen en Steven Scheffers.
Eten werd al zittende op de grond gedaan. Als het wat regende gebeurde dat in de kleedkamer aan de achterzijde van het hotel.
vlnr: Harm Dekker (in hemd), Han Scheffers, Frits Hiddink, Hans de Jong, Steven Scheffers, Kees van Rijn, Pieter van Rijn, Roel Dekker achter Harm vlnr.: Tonny Boshuizen, Hans Siebelink, Leo van der Heu, Wolfert van Leeuwen, Rob Hankel, Tonny Markus. achterste rij: Frans van Stalborgh, Han Reymes, Jan Stigter, Toon van Essen, Hans Niemantsverdriet, Tim Krooneman.
Steven Scheffers heeft zijn dolk in het water laten vallen. Broer Han en Tonny Markus helpen zoeken

 

Zomerkamp 1958 Zeilen op het Bovenwijde te Giethoorn. V.l.n.r.: Pieter van Rijn, Tonny Boshuizen, Leo van der Heu, daarachter Roel Dekker, ?, Tonny Markus
Tim, zeilt. vlnr aan stuurboord: Steven en Han Scheffers, Rob Fluit
V.l.n.r.: Jan Stigter, Han Reijmes, Han Scheffers, Steven Scheffers
Stro verbranden met Hans Niemantsverdriet en Leo van der Heu
V.l.n.r.: ?, Roel Dekker, Tonny Markus (staand), Han Scheffers, Harm Dekker, Tonny Boshuizen, Jan Stigter, Hans Reijmes
V.l.n.r.: Jan Stigter, Hans Reijmes, Toon van Essen, Steven Scheffers

In een waterrijk gebied komt Neptunes altijd op bezoek om bij de kampdoop, van de verkenners die voor het eerts mee op zomerkamp zijn, aanwezig te zijn.

“Neptunes” Hopman Pieter van Rijn, komt door de sloot aangelopen
De kampdoop wordt verricht (vlnr) door Frits Hiddink, Steven Scheffer en Tonny Boshuisen.
Hans Niemantsverdriet ondergaat de doop als eerste.
Leo van der Heu is de 2e dopeling
Rob Hankel is de 3e in de rij
Hans Siebesma is de 4e

 

1963 Troepbijeenkomst in de winter

Ook ’s winters begonnen de juniortroepbijeenkomsten in correct uniform. De vaandrigs controleerden dat vóór het hijsen van de Nederlandse vlag en het lezen van de padvinderswet (de “spelregels” voor verkenners).

Vaandrig Rob Hankel controleert de Reigers. vlnr: Willem de Heer, Carl Visscher, Joost Blasweiler, Dick Rijssemus en ?
vlnr Vaandrig Rob Hankel. Onno Dekker, Kees Brenkman, ?, Henk Otten, Han Nauta. Jos Bokkelkamp, Hans Siebelink, ?, Henk Koenders, Jaap Suringa. Wim Launspach
Wim Launspach bezig met Kaart en Kompas
Carel Jibben en Hans Siebelink bezig met hoogte schattrn
Chris Schönthaler glijdt de bult af

1963 Aktie “Zand er over” Posbank Rheden

Alle verkenners en zeeverkenners uit het district Arnhem gaan een zaterdagmiddag afval ruimen op de Posbank. De Geuzen-verkenners doen daar ook aan mee o.l.v. de vaandrigs Huib de Heer en Tim Krooneman.

De Geuzen op weg naar de Posbank. Herkenbaar zijn, (van rechts naar links), het groepje Harm Jan Bosmans, Joop van Muilekom, Theo Leibbrand, Dick Rijssemus en Jaap Suringa. Het volgende groepje Hans van Haarst, vaandrig Huib de Heer en ?. Daarna een groepje van 8 verkenners: Han te Selle, Wim Launspach, Tonny Jager, Rob Veenvliet(?), Henk Otten, Chris Schönthaler

 

Met fles aan de mond Kees Brinksma, vooraan zonder baret Caspar Broeksma, staand Charles t’ Sas. Midden achteraan Han te Selle
Defilé op de terugtocht
Aan het opruimen