Na een periode van 2,5 jaar jaar kon het nieuwe groepsonderkomen van De Geuzen, de “Rotsblokken” officieel geopend worden. Alle leden hadden zich daarvoor eerst verzameld op de Heijenoordseweg ter hoogte van de villa Heijenoord.
Omdat de groepsdas (half blauw, half grijs) snel verschoot straalde deze geen eenheid uit. Daarom kregen alle groepsleden eerst een nieuwe, geweven groepsdas “Hay and Leith” omgehangen, voordat zij achter de Veluweband naar “De Rotsblokken” marcheerden.
Een feestelijk begin van deze belangrijke dag voor de groep: een eigen onderkomen aan de rand van het landgoed MarIëndaal.
Na de horderoep en het lezen van de padvinderswet, hesen Pim Cornelese en Tim Krooneman de Nederlandse vlag.
Hopman Stigter bedankt de vaders die langdurig heel veel werk verzet hebben om dit troephuis te realiseren. Daarvoor is “een orde van de bedelpenning” ingesteld. Pim Cornelese maakte het ontwerp. Helaas is de in messing gegoten penning nog niet klaar. Daarom krijgen de heren E.O. Haufe, L.P. Krooneman, A. van Essen en C.W.J. de Heer, tijdelijk een kopie van de ontwerptekening. Stigter reikt aan de heer Bonardt het dankbaarheidinsigne van de Nationale Padvindersraad uit.
Op de foto ontvangt Dhr L.P. Krooneman het kaartje met het ontwerp van de Geuzenbedelnap. De onderstaande definitieve gegoten uitvoering werd hem enige tijd later overhandigd.
Districtscommissaris Dr. van Griethuysen opent het troephuis. ADC-Verkenners ten Broeke, hij bezoekt de troep in deze jaren regelmatig, is ook aanwezig, hij bezoekt de troep in deze jaren regelmatig.
Oûbaas Stigter schrijft in een extra editie van de Geus ter gelegenheid van de opening “Ik ben er zeker van dat onze groep, nu zij een eigen, en naar ik geloof, goed bruikbaar huis heeft, een goede toekomst tegemoet gaat.”
In het welpenlokaal (een ontwerp van vader Krooneman) had ieder nest zijn eigen “hol”. De toegang bestond uit een lap tentdoek, geverft in de kleur van het nestdriehoekje en daarop de wolvenkop van het installatieteken geschilderd.
Het geheel ziet er leuk uit, maar bleek niet zo praktisch in het geval het buiten te nat of te koud was. Er was binnen te weinig speelruimte.