Tag: Arhem

1952 Arnhemse Verkenner het beste in het land in actie „Heitje voor een Karweitje”

Arnhemse Verkenner het beste in het land

in actie „Heitje voor Karweitje”

3 juni 1952 Nijmeegs Dagblad

De Maarten van Rossum-padvindersgroep te Arnhem, viel Zaterdagmiddag een grote eer te beurt, toen de hoofdcommissaris van de N.P.V., mr. J. M. Ravesloot een van haar jeugdige verkenners wegens zijn bijzondere verdiensten voor de troep huldigde.

Het betrof hier de twaalfjarige Frans van Stalborch uit de Rijnstraat, die de beste individuele prestatie van alle Nederlandse padvinders heeft geleverd tijdens de actie „Een heitje voor een karweitje”. Frans van Stalborch verrichtte niet alleen de meest gevarieerde werkzaamheden, maar „verdiende” voorts in één enkele week een totaalbedrag van ƒ 72,70.

De korte huldigingsplechtigheid vond plaats in het troephuis aan de Beekhuizenseweg te Velp. De Maarten van Rossumgroep stond rond de vlaggenmast opgesteld, toen de H.C. door de districtscommissaris, dr B. G. van Griethuysen werd welkom geheten. Deze vond het voor de troep een hele eer, dat de H.C. persoonlijk aanwezig heeft willen zijn.

Mr. Ravesloot zeide steeds goede berichten over de Maarten van Rossumgroep te vernemen. Het gedegen werk van de groep is meermalen op de voorgrond getreden. Het verheugde

spreker dan ook bijzonder, een van de jeugdige verkenners uit deze groep te kunnen huldigen voor een prestatie, die het nodige respect afdwingt. Ook de groep zelf heeft zich inde actie uitstekend gehouden. De hoofdcommissaris wees nog eens op het belang van de naleving van de padvinderswet. Het is niet zo eenvoudig om deze tot uitvoering te brengen. Toch mogen we nooit vergeten om datgene wat er in verankerd ligt na te komen, aldus mr. Ravesloot. Onze grote plicht om anderen steeds behulpzaam te zijn, mogen geen enkele omstandigheid verzaken. Daarmede staat hij verreweg aan de spits.

De hoofdcommissaris riep Frans van Stalborch naar voren te komen en overhandigde hem een fraaie shelter als geschenk, alsmede een bewijs voor een vliegtocht vanaf Soesterberg. Uit het lijvige rapport van verdiensten van deze Arnhemse verkenner bleek, dat hij nabij het Arnhemse station werkzaam geweest is. o.m. vele reizigers met hun koffers geholpen.

De leider van de verkenners, hopman Folmer, bood de hoofdcommissaris een bus echte Arnhemse meisjes aan als bewijs van waardering van diens bezoek. Met een drieweg hoera op het welzijn van de H.C. werd de plechtigheid besloten.


Frans van Stalborch kwam toevallig met De Geuzen in contact doordat hij in september 1957 naar de Uitgebreid Technische School (Spijkerstraat hoek Schoolstraat) ging. De school was in 1956 gestart. In 1957 werden veel jongens toegelaten waardoor er parallelklassen gevormd werden.

Frans kwam in E(lectro)1A. In E1B zaten o.a. Carol van den Hoorn en Tim Krooneman. In het voorjaar van 1958 ging Tim met zijn patrouille de Houtduiven naar de Districtswed-strijden. Daar trof hij ook Frans, PL van de Veluwse Verkenners en klasgenoot Carol, PL van de Arnhemse Padverkenners!

Doordat zowel De Geuzen welpenhorde als de verkennerstroep dat jaar een tekort aan leiding hadden, vroeg Tim aan Frans of hij misschien in beide zomerkampen kon assisteren. Dat wilde hij wel doen!

vlnr: Harm Dekker (in hemd), Han Scheffers, Frits Hiddink, Hans de Jong, Steven Scheffers, Kees van Rijn, Pieter van Rijn, Roel Dekker achter Harm vlnr.: Tonny Boshuizen, Hans Siebelink, Leo van der Heu, Wolfert van Leeuwen, Rob Hankel, Tonny Markus. achterste rij: Frans van Stalborch, Hans Reymes, Jan Stigter, Toon van Essen, Hans Niemantsverdriet, Tim Krooneman.

1958 Zomerkamp te Ugchelen. Welpenhorde De Geuzen

Staande rij vlnr: Carl Visscher, ?, Gerda Addink, Sytze Tuininga, Frans van Stalborch, Henk Bongers, Johan Markus, Willem de Heer, Jos Bokkelkamp, Lien Damhaar, ?,Onno Dekker,?, Lien Duisterwinkel-Menkhorst, ?,?.

Voorste rij vlnr: Carl Jibben,?,Jaap Purmer, ?,?, Steven Scheffers, ?,?, Han te Selle, Kees Purmer, Chris Schönthaler, ?


Max Nathans herinnerde zich dit over “Heitje voor een Karweitje.

Hij en zijn broers  wonen in Israel

In de jaren omstreeks 1950 was er een nationaal padvinders project in Nederland met de naam “Heitje voor een karweitje” (een heitje was oorspronkelijk een Bargoense woord. Het is een verkorting van heitbas (‘vijf stuivers’) Een heitje was dus 25 cent en werd meestal aangeduid als “een kwartje” (een kwart gulden)

Tijdens de Paasvakanties trokken de welpen, de verkenners, voortrekkers, leiders en leidsters en zelfs commissarissen er één dag op uit om KARWEITJES voor een HEITJE te verrichten

De bedoeling daarvan was om wat extra’s te kunnen doen (behalve elke dag de goede daad) door geld te verdienen voor je groep. Aangezien er veel padvinders waren die allemaal klusjes wilden doen, moest je wat origineels bedenken.

Ik had dit idee : dat bleek een goede bron van inkomsten te zijn.

Mijn broers Alex en Bram en ik (alle drie Geuzen) gingen op Zaterdag naar de fietsen-stalling op het Velperplein bij Vroom en Dreesman (foto ca. 1960, V&D links met 5 ramen)

Met behulp van een busje witte verf en een kwastje schilderden we de onderste 30 cm van het achterspatbord van de fiets weer keurig wit en pasten ook op de fietsen terwijl de mensen aan het winkelen waren.

Het witte spatbord verdween door het succes van de fietsreflector. De overheid schaft het witte spatbord voor fietsers per 1 januari 1995 af. Het is niet meer nodig, vindt minister Maij-Weggen, om naast een achterreflector ook een dertig centimeter lang “wit staartje” op de fiets te hebben